Jaarboek 1980-1981 - pagina 23

Na de ingreep in 1981 hebben we 1982 en 1983 nodig voor consolidatie. Bij die consolidatie draait het om de zgn. 'doorstromers' en dus het promotieonderzoek. Het effect van formatiereductie in deze sector is dat afbreuk wordt gedaan aan de uitvoering van onderzoeksprogramma's en aan de onderzoeksproduktie. Dat gebeurt willekeurig, want het gat valt daar waar een contract afloopt en een vacature ontstaat die vanwege de formatiereductie tenminste geblokkeerd moet worden. De mogelijkheden van de vaste staf om het onderzoeksprogramma zonder 'doorstromers' voort te zetten zijn beperkt vanwege de belasting met diverse taken waaronder het onderwijs. Een ander effect is de beperking van de gelegenheid voor jong wetenschappelijk talent om zich te ontwikkelen, dus schade voor de 'Nachwuchs'. Daarmee hangt een verdere verstoring van de leeftijdsopbouw in de wetenschappelijke staf samen (vgl. TNO-rapport 'Mobiliteit van wetenschappelijke onderzoekers in Nederland', december 1980). Vooral kwetsbaar in deze opzichten zijn de alfa- en gamma-faculteiten, die traditioneel weinig 'doorstromers' kennen. Het beleid in de Vrije Universiteit is er het afgelopen decennium op gericht geweest om het aantal 'doorstromers' aanzienlijk te vergroten. We zijn daar tamelijk goed in geslaagd, maar als gevolg van de formatiereductie is er nu een terugslag. Het blijve dus voorlopig bij de formatiereductie van 1981 als universitair onderzoek belangrijk wordt geacht. Voor de student-assistenten geldt in zekere zin hetzelfde als voor de 'doorstromers'. Ook in deze categorie werkt formatiereductie in eerste instantie sterk door, met gevolgen voor de ondersteuning in onderwijs- en onderzoeksprogramma's, met name de verzorging van practisch onderwijs aan jongerejaarsstudenten, waarvoor onvoldoende vaste staf beschikbaar is. Voor de beslissingen en procedures inzake de formatiereductie verwijs ik naar de begrotingsvoorstellen en rapportages van het College van Bestuur aan de Universiteitsraad in het bestuursjaar 1980-1981. Structurele distributie van de reductie over faculteiten en diensten werd bepaald, waarbij faculteiten met stijgende studentenaantallen alsmede patiëntenzorg werden ontzien. Een bezuigingingsscenario werd vastgesteld, uitlopend in randvoorwaarden voor inleverplannen van de faculteiten. Ik memoreer met dankbaarheid het goed overleg tussen faculteiten, dienst Personeelszaken en College van Bestuur. De opgave was moeilijk, maar, de omstandigheden in aanmerking genomen, is het goed gegaan. Aan de effecten van de formatiereductie op onderwijs- en onderzoeksprogramma's zal dit najaar in vervolg op het overleg aandacht worden besteed. 21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen