GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1983-1984 - pagina 46

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1983-1984 - pagina 46

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

inadequate verwachting van het vak en de studie' (zie bijvoorbeeld de uitspraken die zijn gedaan tijdens het NGI-SION voorjaarssymposium op 16 en 17 april 1984 in Amsterdam, met betrekking tot de informatica-studenten). Dergelijke uitspraken zijn pas acceptabel als verklaring voor lage slaagpercentages, als aangetoond is dat op de kwaliteit en de organisatie van het onderwijs niet veel valt af te dingen en dat de normen voor de vakken* afzonderlijk en voor het samenstellend geheel niet onredelijk hoog zijn gesteld. Het tweede aspect, de manipuleerbaarheid van de slaagpercentages, levert nog een extra argument om de zojuist genoemde allocatiebeslissingen niet aan propedeuseresultaten te relateren. Geflatteerd hoge percentages kunnen niet verdedigbare concessies ten aanzien van de normen betekenen, en voorts tot gevolg hebben dat ook in de doctoraal fase weer het veldloop-model van de selectiviteit binnensluipt.

Dames en Heren, bij wijze van samenvatting lijken de volgende conclusies te trekken: 1. Slaagpercentages vormen een beperkte en onvolledige indicatie van slechts de baten-kant van het onderwijskundig rendement. 2. Voor een vergelijking van slaagpercentages over faculteiten of over universiteiten dient een uniform gedefinieerde set parameters te worden gebruikt. 3. Ook indien aan voorgaande eis wordt beantwoord, dan nog zijn de propedeuse slaagpercentages - anders dan de doctoraal-slaagpercentages - geen acceptabele basis voor personele of materiële allocatie-beslissingen. Daarvoor zijn de percentages te gemakkelijk manipuleerbaar en zijn er tussen universiteiten en faculteiten te zeer uiteenlopende en oncontroleerbare factoren aan te wijzen, die deze percentages mede beïnvloeden. Bovendien kunnen te hoge percentages kwalijke oorzaken (te lage normen) of gevolgen (selectiviteit in de doctoraal-fase) hebben. Moet er dan terzake van de propedeuse slaagpercentages geen actie ondernomen worden? Jazeker. Het lijkt me ten eerste noodzakelijk periodieke registraties te verrichten en deze cijfers terug te voeden naar de faculteiten. Deze cijfers moeten de verantwoordelijke faculteiten een voortdurende zorg zijn. Het is mijn mening dat in vele faculteiten de slaagpercentages belangrijk omhoog kunnen, zónder de selectiviteit van de propedeuse aan te tasten! Het lijkt me ten tweede ook juist deze cijfers vanuit een centraal niveau te bewaken. Zeker bij te lage slaagpercentages zal door de faculteit een goed verhaal dienen te wor*) Een indicatie voor de redelijkheid van normen per vak zijn slaag/zak percentages voor de tentamens. Bij sterke afwijkingen van hel gemiddelde zou men zich de vraag kunnen stellen of niet primair de gestelde normen hiervoor verantwoordelijk zijn.

44

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Jaarboeken | 126 Pagina's

Jaarboek 1983-1984 - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Jaarboeken | 126 Pagina's