GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 213

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

197 nisme de selectie theorie moet verstaan worden en hiermede is de mutatie theorie in strijd. 3. Tegenstrijdigheden in het hetoog. Zoo wordt de selectie theorie, zooals aangetoond is, verworpen, doch op andere plaatsen weer opgehemeld b. v. ,Der hohe Charakter der Darwin'schen Selectionslehre liegt anerkannter Weise in der Erklarung der Zweckmassigkeit in der organischen Natur aus rein natürlichen Principien, und ohne Zuhülfenahme irgend eines teleologischen Gedankens. Diesem Charakter verdankt die Descendenzlehre ihre jetzige allgemeine Anerkennung" (Die Mutations-theorie Bd. I pag. 139). Dat de Vries hier met zich zelf in tegenspraak komt is moeilijk te ontkennen. Ik herinner slechts aan uitdrukkingen als deze: „dat de soorten niet owfetaan maar vergaa,n door den strijd om 't bestaan" en ,,dat de selectie niets vermag dan slechts een bloote schijn van een eigenmachtig ingrijpen te bewerken". Wat blijft er hier over van ,een verklaring der doelmatigheid uit zuiver natuurlijke principes." ! Hoogstens kan de selectie verklaren waarom het ondoelmatige er niet is, nooit hoe 't doelmatige er wel is. Bovendien experimenteel is aangetoond dat zonder strijd om 't bestaan, iets doelmatigs ontstaan kan. Wie natuurlijk a priori elke doelmatigheid ontkent en zoover gaat als prof. Went, die het vermogen doelmatig te handelen zelfs aan den mensch ontzegt, zal hierdoor niet overtuigd worden. „Omdat de mensch zich verbeeldt, dat hij zich bij zijn handelingen laat leiden door een doel, gaat hij zich voorstellen, dat ook in de natuur zulk een doel te vinden zou zijn." ') 4". Onlogische voorstellingen. Zoo spreekt de Vries in éénzelfde alinea, van de natuurkeus als van een beginsel dat de ontwikkeling beheerscht, en vergelijkt ze met de werking van een zeef. Uitdrukkelijk wordt eerst gezegd dat ze geen natuurkracht is, en op 't laatst heet ze een richtende kracht. Een „richtende kracht," die geen natuurkracht is zou een metaphysische kracht kunnen zijn; maar dit wordt niet bedoeld, en zoo volgt hieruit dat ') Dr. F. K. K. C. Went, Ondoelmatiglieid in de leveude natuur, li)06 pag. 29. 14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 213

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's