1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 223

207 Laat ons eerst herinneren, dat een menseh voor tweederden product is van geboorte en voor ée'n derde van opleiding, i) Van zijn opvoeding heeft men dus het minste te wachten, — maar toch wat. En zijn psychologen, die alles op de erfelijkheid schuiven, — doch dezen zijn verreweg in de minderheid. Wij voor ons houden vast aan den invloed van opvoeding en opleiding. Over het algemeen zijn kinderen meer gevoelsmenschjes dan volwassenen. Doch lang duurt dit niet — vooral niet bij de jongens, die er hun vreugd in vinden vogelnestjes uittehalen en vogelen van hun vrijheid te berooven, enz. Op zekeren leeftijd ziet men aan de affectiviteit in den regel, met welke sexe men van doen heeft. Als een kind niet met de neiging tot gevoelsmensch geboren wordt, gaat het niet gemakkelijk hem daartoe op te leiden. Maar de opleiding van jongsaf is toch niet zonder invloed. Beide partijen hebben recht van bestaan, zijn noodig in de maatschappij ; poëzie en proza hebben elkander af te wisselen, zal het maatschappelijk leven mogelijk zijn en niet vervelend; maar de wetenschap heeft veel meer aan de verstandsmenschen. De laatsten zijn veelal de vivisectionisten, terwijl het telkens spreken van ,gevoelsgronden" mij een bewijs is dat de aiiti-viviseetionisten over het algemeen gevoelsmenschen zijn. Daar beiden van een geheel ander psychologisch standpunt uitgaan en daarop voortwandelen, is het niet makkelijk ze tot elkander te brengen. De gevoelsmenschen hebben hun gevoel wat te onderdrukken en bedaard en juist door te denken — de verstandsmenschen hebben er op te letten, dat er nog wat anders in dit leven waarde heeft dan intellect en nogmaals intellect . . . als dit geschiedt, dan is er hoop op verdwijning der partijen; en vivisectie en antivivisectie vieren het feest van haren hoogtijd. Maar zoover zijn wij nog niet. De vivisectionist offert dier op dier op, en de antivivisectionist laat niet na met zijn verdacht maken. Waarom doet de vivisectie-man dit ? Uit puur pleizier ? Neen, om 1) De twee derden geërfde karakters lieeft men verdeeld in één derde afkomstig van de ouders en één derde van het voorgeslacht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen