1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 103

89 ,minder urine", en het beshiit dus gewettigd dat de tubuli in geen geval resorbeeren, Dat de cellen der tubuli door de V. advehens verzorgd worden, bleek hieruit, dat de cellen van de tubuli zich niet kleurden, als de kleurstoffen na de afbinding der vena in de bloedbaan waren ingespoten. Ergo: de bezwaren tegen de secretie-theorie zijn weerlegd. Op een drietal punten wijst H., waardoor menig punt in de niersecretie volgens de mechanische opvatting duidelijker zou worden. Ie. Rondom de glomeruluskapsel zijn eveneens bloedvaten, waaraan men echter tot dusverre geen bijzondere functie toekende. Deze nu zouden volgens H. denzelfden invloed hebben op de intracapsulaire ruimte van den glomerulus als de bloedvaten om de sereuse holten. Door filtratie uit de capillaria zou de glomerulus-ruimte met een eiwitvrij plasma gevuld worden, met een gering osmotisch vermogen en zoo zou door het eiwitrijk bloed in de vaten buiten den kapsel we^r opname van vocht plaats grijpen. 2e. Herinnert H. dat 't geen eigenlijke filtratie is maar transudatie, daar ook diffusie plaats grijpt, tusschen het gefiltreerde en het filtrans. 3e. Wijst H. er op, dat C Oj de nier alleen doet zwellen, zooals proeven buiten het lichaam bewezen. Het resultaat bij veneuse stuwing verkregen (ophouding van urine secretie, zou toe te schrijven zijn aan deze zwelling. Hiertegen zijn echter deugdelijke argumenten aan te voeren. Om met het laatste te beginnen, weten we, dat het leven der cel, dus ook hare functie, gebonden is aan toevoer van Oj en afvoer van COj. Allerminst dus kan deze proef als bewijs gelden tegen de vitalistische leer ; integendeel; physisch beschouwd is het niet goed in te zien dat deze zwelling zoo spoedig de filtratie geheel doet ophouden, want al zou de zwelling de filtratie moeilijker maken, daartegenover staat dat de filtratiedruk toch belangrijk verhoogd is. Ook tegen beide eerste punten, feitelijk één, zijn overwegende bezwaren te maken. De „meesleurende kracht" toch van den bloedstroom, die hoogstens 1 m.M. in de seconde aflegt, kan wel tot O herleid worden, te meer daar de stroom van het kapselvocht gescheiden wordt door

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen