1948 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 43

OPENINGSWOORD VAN DE ATOOMENERGIE-CONFERENTIE door Prof. Dr, G. J, S I Z O O . Dames en Heren, Het is mij een groot genoegen U, namens de besturen van beide verenigingen, die deze conferentie organiseerden, het welkom te mogen toeroepen. Afgezien nog van het bijzonder doel van deze conferentie, ben ik van oordeel, dat ons gemeenschappelijk samenzijn reeds op zichzelf van groot belang kan zijn, omdat daarin twee organisaties elkaar ontmoeten, die, hoewel elk voor zichzelf een aparte sector van het wetenschappelijk leven vertegenwoordigend, daarbij toch dit gemeenschappelijk uitgangspunt hebben, dat zij zich bij al hun arbeid willen laten leiden door het licht van Gods Woord. Trouwens de rechtswetenschap enerzijds en de natuurkundige en medische wetenschappen anderzijds, mogen in het academisch leven naar het schijnt gescheiden kunnen worden beoefend, in de toepassing op het practisch leven kunnen zij aan wederzijdse aanraking niet ontkomen efi kunnen zij wederzijdse hulp niet ontberen. De volksgezondheid is het terrein van de medicus, maar als voorwerp van overheidszorg valt zij evenzeer in de sfeer van het recht. De natuurwetenschappelijke uitvinding zoekt bescherming in het octrooirecht en de steeds verder in het maatschappelijk leven indringende techniek vereist steeds meer gespecificeerde wettelijke voorschriften voor de veiligheid van industrie en verkeer. De ontwikkeling van telefonie, telegrafie, radio en luchtverkeer leidden zowel in de nationale als in het internationale verhoudingen tot nieuwe problemen van juridische aard. Het oorlogsrecht ontmoet in zijn bepalingen betreffende het Rode Kruis de medische wetenschap en heeft bij zijn regelingen ten aanzien van chemische, bacteriologische en andere strijdmiddelen met natuurwetenschappelijke vragen te maken. Het is de dringende en dreigende urgentie van dit laatste punt, welke tot deze conferentie aanleiding heeft gegeven. Dat het intiatief daartoe van natuurwetenschappelijke zijde kwam, vermeld ik niet uit onbescheidenheid, maar ter typering van de situatie. W a s het voorheen zo, dat de natuurwetenschappelijke onderzoeker zich als zodanig weinig bekommerde om de vraag, wat de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen