GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 86

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

70

Dr H. P. WOLVEKAMP

loupe neemt, is het z.m. duidelijk dat mineraal en plant met vrucht alleen via de natuurwetenschappelijke methode kunnen worden onderzocht. Beschouwingen over psychische verschijnselen in stenen en bloemen neemt wel niemand au sérieux. Andererzijds wordt ons door de ,.humaniora" een hoeveelheid kennis en inzicht aangaande de mens verschaft, waarmee vergeleken de gegevens door de biologie i.h.a. en de hersenphysiologie in het bijzonder verstrekt — hoewel altijd nog zeer waardevol — van secondaire betekenis zijn. Hoe staat het met het dier ? Ik zou niet graag willen beweren dat het onmogelijk is een echte dierpsychologie die dus iets anders is dan een tot de natuurwetenschap behorende gedragsleer (ethologie) op te bouwen. Daar wij hierbij echter op de analogieën betrokken op onszelf zijn aangewezen is dit speciaal voor de lagere dieren wel een zeer hachelijke onderneming. En zelfs voor de gewervelde dieren gaat het hier om een terrein vol voetangels en klemmen. Het is heel iets anders er van overtuigd te zijn dat een dier gevoelens en neigingen kent, dan om deze door ieder ook voor het dier aanvaarde psychische verschijnselen te gaan onderzoeken. L o r e n z beschrijft hoe een hongerige jonge spreeuw in een kamer waarin zich geen insecten bevinden plotseling opvliegt, in de lucht pikt alsof hij een vlieg vangt, neerstrijkt, en naast zijn poot op de zitstok hamert, zoals hij ook zou doen wanneer hij een prooidier dat met de poot wordt vastgeklemd, bewerkte, en tenslotte ook nog Blikbewegingen maakt. Deze „leegloopreactie" beschouwt hij als een stereotype instincthandeling die onder normale omstandigheden geïntegreerd wordt in een complex van, mede hormonaal en reflectorisch bepaalde, vang- en vreethandelingen. V o n U e x k ü l l (30), over deze observatie schrijvend maakt vergelijkingen met door de mens verrichte magische handelingen en met de welbekende fantasiebeelden die in ons leven een meer of minder belangrijke rol spelen. Ter illustratie geeft hij een plaatje waar een spreeuw pikt naar een slechts vagelijk zichtbare vlieg, waarvan het hallucinatoir karakter wordt aangeduid door een stralenkransje, zoals de Middeleeuwer gewoon was om de hoofden der heiligen te schilderen. Hoe moeten wij nu evenwel deze dierlijke hallucinaties verder onderzoeken ? Het komt mij voor dat de natuurwetenschappelijke methode ons vooralsnog veel meer inzicht zal kunnen verschaffen dan een psychologische, maar het zou ongetwijfeld jammer zijn waneer men geheel naliet het dier — voorlopig in de eerste plaats het ,,hogere" dier — ook psychologisch te benaderen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's

1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 86

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's