1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 13

HET SCHEPPINGSVERHAAL EN DE HISTORISCHE GEOLOGIE

5

wetenschappelijke overtuiging ontstaat omtrent de bestaansduur van de aarde en de opeenvolging van haar gedaantewisselingen, dan kan zulk een overtuiging juist voor de gelovige nooit quantité négligable zijn. Dan zal hij aan zulk een wetenschappelijk inzicht waarheidswaarde moeten toekennen en hij zal er mede moeten rekenen, óók en juist als hij onderzoekt wat de betekenis is van de goddelijke mededeling omtrent de wording der wereld. Het is geen wonder, het vloeit integendeel onmiddellijk uit het karakter onzer Vereniging voort, dat de hier gesignaleerde vragen bij herhaling in onze kring in bespreking kwamen. Ook deze conferentie wordt gehouden tegen de achtergrond van deze probleemstelling. Tegen de achtergrond, want met opzet hebben wij dit keer de confrontatie van geologie en scheppingsverhaal niet tot afzonderlijk onderwerp van bespreking gemaakt. Het kwam het bestuur nuttig voor de bespreking te houden binnen de natuurwetenschappelijke sfeer en bovendien te beperken tot een wel omschreven vraag, nl. die naar de bestaansduur Van de aarde en wel met de bedoeling na te gaan of op dit punt onder ons een communis opinio bestaat omtrent de betrouwbaarheid der gangbare wetenschappelijke mening. Blijkt dit het geVal, dan zal ook de bespreking van wat nu opzettelijk op de achtergrond wordt gesteld, niet kunnen uitblijven. Dat dit in onze kring geschieden kan in volkomen openhartigheid, zonder gevaar te lopen het onderling vertrouwen te schaden, daarvan ben ik overtuigd. Immers voor ons allen gaat het enerzijds om de waarheidswaarde van het wetenschappelijk onderzoek, dat ons als academici zo lief is, anderzijds om de openbaringswaarde van Gods Woord, dat ons getuigt van God de Schepper, Die wij in Jezus Christus ook onze Vader weten. Wat wij in deze conferentie willen dienen, is niet het belang Van een vooropgezette wetenschappelijke mening, maar de zuiverheid van het reformatorisch denken en het welzijn van het reformatorisch volksdeel, waarmede wij ons één weten. Als zij ook maar in geringe mate aan dit doel beantwoordt, zal haar organisatie genoegzaam gerechtvaardigd zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen