1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 249
Door welke bril zien de arts en de predikant de mens?
211
betogen, dat toen op „school" de buik behandeld werd, hij niet voldoende heeft opgelet. Hij heeft een grote eerbied voor het ambtelijke, welke verering op het gebied der magie ligt, waarvan hij via zijn heidense voorouders nog een flinke portie heeft meegekregen en overgehouden. Dit intuïtieve en langs de weg der magie in zekere zin archaischc denken voert lang niet altijd tot bevindelijkheid, meer tot mythologische beschouwingen, die in de meeste gevallen althans niet meer godsdienstig beleefd worden. Wel wordt hierbij een zekere terughoudendheid betracht, vooral tegenover buitenstaanders en „hoger geplaatsten", waartoe dan de arts en de predikant behoren; wel v/ordt het bestaan van het „olde gebruuk" en spook- en heksenverhalen door hun eerbiedwaardige ouderdom geëxcuseerd, maar dominee moet vooral niet denken, en de dokter ook niet, dat deze verhaaltjes echt zijn, waarmee de Achterhoeker maar zeer pover zijn werkelijk geloof er in tracht te maskeren. Verhalen uit het Oude Testament en de parabels uit het Nieuwe zijn geliefkoosde onderwerpen uit de Bijbel. Symboliek ligt hem uiterst na. Een dode wordt verhenneklced, d.i. van een doodshemd voorzien. Een stuk linnen wordt ter hoogte van de hals met een nieuwe naald aaneengeregen, waarna de naald moet worden gebroken en over de linker schouder worden weggeworpen. Een behekste kat kan alleen door een voorlader met kruit en een nieuw dubbeltje worden geraakt. Een theologisch zwaar georiënteerde oude boer vertelde mij enige jaren geleden een prachtig paarden-spookverhaal, waarbij Wodan als het ware uit de schouw kwam kijken. Een van mijn kraamvrouwen was twee maanden over tijd, althans naar haar berekening. Een oude tante, op bezoek, informeerde belangstellend of ze ook gedurende de zwangerschap onder „den hals van 't peerd deur elópen was". Door contactmagie zou immers de elf maand dragende merrie de lange duur van de dracht van haar nichtje kunnen verklaren. De Achterhoeker ziet gaarne in de persoon van de arts de magiër, die langs de weg van het onderzoek, dat hij waardeert en bewondert, tot magische handelingen komt. Het chirurgisch mes ziet hij nuchter als een instrument voor een moeilijk en kunstig handwerk. In de chirurg ziet hij het ambtelijke het minst. Hij waardeert vooral de magiër, die de gehele mens in zijn behandeling opneemt. De arts met de bril van de deskundige is voor hem evenals de chirurg slechts een zij het zeer bijzondere reparateur. Deze heeft tot op zekere hoogte de macht over zijn lichaam en gezondheid
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1954
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 290 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1954
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 290 Pagina's