GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 14

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

2

R. VEDDER

grond van het feit, dat er wel begaafde, kunstzinnige blinden zijn (musici, letterkundigen), maar geen dove kunstenaars. De blinde brengt het verder dan de dove, aangenomen dat zij beiden over dezelfde mogelijkheden beschikken. Wanneer wij alleen letten op het zintuiggebrek zouden wij mogen verwachten, dat er dove schilders en beeldhouwers zijn. Dat deze er niet zijn (het gaat hier natuurlijk niet over doofgeworden kunstenaars, want deze zijn er we!) wijst er al op dat het ontbreken van het gezichtsvermogen en de uitval van het gehoor voor de geestelijke ontwikkeling niet gelijkwaardig zijn. De dove wordt daarom geen kunstenaar, omdat zijn gevoelsleven zich niet zo ontplooit als voor het kunstenaar-zijn noodzakelijk is. Wij zijn zo gewend altijd in een wereld van geluiden te leven, dat wij ons niet meer realiseren, wat het geluid voor onze psychische ontplooiing heeft betekend. Een nadere bezinning op deze kwestie is dan ook in dit verband nodig. Onder de zintuigen zijn het gezichtsorgaan en het gehoororgaan de contactmiddelen, waarmede wij met de „verte" in contact staan. Maai de kwaliteit van de gezichtsindrukken en gehoorindrukken is verschillend. De wereld ,die wij zien, staat tegenover ons, deze heeft een objectief karakter en is min of meer statisch. Wat wij horen is altijd dynamisch en het raakt ons meer subjectief. Wij worden door hetgeen wij horen bewogen, het spreekt ons affectief meer aan dan hetgeen wij zien. Het geluid komt op ons af, geluid is beweging, aan het geluid zijn wij min of meer uitgeleverd. Zelfs kunnen wij ons aan het geluid niet onttrekken. Onze ogen kunnen wij sluiten, onze oren — helaas! — niet. Het geluid is altijd om ons heen, het komt van alle kanten, van voren en van achteren, en van opzij. Wij staan er midden in en zijn er passief aan overgeleverd. Dat wij midden-in-de-wereld staan en dat ook beleven, vindt zijn voornaamste oorzaak in de alomtegenwoordigheid van het geluid. De wereld van de dove ligt vóór hem, hij houdt op bij zijn schouders 2). De horende mens is door het geluid aan zijn wereld verbonden. Het geluid laat ons nooit alleen — schrijft prof. Galon 3). En ieder, die wel eens een geluidsarme kamer is binnengetreden, kent de sensatie, die hij dan beleeft: de wereld valt van hem af, het is alsof de band met de omringende wereld plotseling wordt doorgesneden, de wereld krijgt iets leegs, een gevoel van verlatenheid en eenzaamheid komt over de mens. Angstige mensen, die alleen thuis zijn, vinden het geruststellend als zij iets van de buren horen. En ook angstige kinderen, die b.v. alleen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's