GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 74

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

54

K. H. VOOUS

in de klasse der vogels apart staan, werd door Lowe onderkend e n . . . . op wonderlijke wijze verdedigd (On the primitive characters of the Penguins, and their bearing on the phylogeny of birds. Proc. Zool. Soc. London, 1933, pt. H, p. 483—538). Intussen mag niet verzwegen worden, dat de palaeontologie over de herkomst van de pinguïns nog nauwelijks iets kan mededelen. Het ligt voorts voor de hand, dat de in vele opzichten tussen reptielen en boomvogels intermediaire Archaeopteryx met zijn bevingerde vleugels en zweefstaart, uit het Jura van Zuid-Duitsland, in Lowe's redenering niet past. Daarom wordt de betekenis van dit allermerkwaardigste der palaeontologische tussenvormen door Lowe afgedaan met de woorden: „in fact, proved to be one of Nature's blind-alley failures. From the point of view of the evolution of perfect flight they may, in practical fact, be ranked as having gone one or more better than the Pterosaurs and one or more less than the true volant birds" (Proc. Zool. Soc. London, 1928, pt. I, p. 245). Om in het kader van dit hoofdstuk te blijven: Lowe zag wat hij wilde zien; meer nog, hij sloot de ogen voor datgene wat hij niet wilde zien. Terwijl Lowe heel duidelijk door wetenschappelijke praemissen niet aan zelfkritiek toekwam, liggen de praemissen van een geneticus als de Rus T. D. Lysenko op wereldbeschouweliik vlak. Zijn sovjetcommunistische wereldbeschouwing dwingt hem een erfelijkheidstheorie te aanvaarden, waarbij niet de genetische samenstelling der levende organismen, maar uiteindelijk het milieu in al zijn verscheidenheid van factoren de verschijningsvorm en de eigenschappen der levende organismen bepaalt. Voor het feit, dat de uitslagen van de vele ter ondersteuning van deze, aanvankelijk van I. W. Michurin afkomstige, theorie ondernomen experimenten in geen enkel opzicht de juistheid van de theorie bewijzen, hebben deze sovjet-genetici geen oog: zij zien wat zij willen zien en vinden wat zij zoeken (zie: J. Lever, Geloof en wetenschap bij Lysenko, Tijdschr. „Geloof en Wetenschap" 48, 1950, p. 161-183). Thans wil ik nog een voorbeeld geven hoe de wetenschappelijke praemisse van een geneticus kan leiden tot een situatie, die bijna als een levensbeschouwelijk vooroordeel kan worden aangemerkt. Of zou hier misschien van de omgekeerde volgorde sprake zijn? Het gaat over de zienswijze van professor Theodosius Dobzhansky, een van 's werelds meest prominente genetici, met betrekking tot de geschiedenis van het Oude Israël als uitverkoren volk onder de leiding van uitverkoren profeten: „How much the ancient Hebrews believed in the power of

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 74

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's