1961 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 199
Medische zending als blijvende opdracht in een veranderde wereld
159
zoeken van nieuwe wegen, tot het uitstippelen van een nieuwe zendingsstrategie. Van een „veranderde wereld" spreken wij allereerst in verband met het einde van het koloniale tijdperk. Op de verstrekkende gevolgen van deze dekolonisatie voor de medische zending zinspeelde ik zoeven reeds. De band tussen zending en kolonisatie is altijd zeer nauw geweest. Niet, dat de zending dit zelf gewild heeft, maar de kolonisatie bracht dit vanzelf mee. De vestiging van koloniën maakte in veel gevallen eerst de zending mogelijk en ging er, vooral in de beginperiode, meestal mee gepaard. Achteraf bezien is deze band tussen zending en kolonialisme in veel opzichten meer een belemmering dan een bevordering voor de zending gebleken. Men leze daarover maar eens na het hoofdstuk in Panikkar's bekende werk „Asia and Western Dominance", dat over de „failure of the christian missions" handelt. Vooral in China is deze onnatuurlijke verbinding tussen zending en imperialisme (denk aan de opium-oorlogen!) oorzaak geweest van veel wantrouwen en vijandschap. De vreemdelingenhaat keerde zich ook tegen het Christendom. Nog steeds hebben de jonge kerken in het Oosten te lijden onder deze onjuiste maar begrijpelijke identificatie van kolonialisme en Christendom. De nationalisten in Azië hebben, vooral in het begin van hun optreden, in het christelijke Westen, dat hen overheerste, hun vijand en in het communistische Rusland, dat hun zijn bijstand beloofde, hun vriend gezien. Ook de weldaden van het kolonialisme, waartoe o.a. de medische zending te rekenen is, zijn niet bij machte gebleken dit wantrouwen geheel te overwinnen, te minder omdat het nationalisme veelal gepaard ging met een opleving van de inheemse godsdiensten, die in sommige gevallen tot staatsgodsdienst werden verklaard. Eén van de gevolgen van de identificatie van „de zending" met „het Westen" is geweest, dat de zelfstandige inheemse kerken in de zendingsgebieden zich meer tot de Wereldraad vn Kerken (waarin zij van meet af aan als gelijkwaardige partners werden beschouwd) aangetrokken hebben gevoeld dan tot de Internationale Zendingsraad, die veel meer als een „Westerse" instelling werd beschouwd en aanvankelijk ook als zodanig optrad. Ik herinner me bijv. nog heel goed, dat, toen ik in 1929 op Java als missionair-predikant arriveerde, verschillende collega's er hun bevreemding over uitspraken, dat op de Wereldzendingsconferentie te Jeruzalem in 1928 een vrij groot aantal vertegenwoordigers van de inheemse kerken als gelijkberechtigde leden waren toegelaten! Pas na de tweede wereldoorlog op de confe-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 308 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 308 Pagina's