1961 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 43

De natuurwetenschappen in het huidige maatschappelijk bestel

27

diep geschokt en voelde zijn geloof wankelen onder de invloed van zijn nieuwe inzichten in de konstellatie van het heelal. Hierover schrijft hij Copernicus een bewogen brief. Copernicus antwoordt verwonderd. Hij verheugt zich met verstand en hart over de nieuwe wereld, die zij bezig zijn te ontdekken. Hij schrijft: „hoeveel groter en schoner heeft God de wereld gemaakt, dan wij ooit hadden kunnen denken". Wanneer de eerbied voor de wetenschap meer zou resulteren in deze verwondering, dan zouden de resultaten voor de mensheid gemakkelijker en met meer vertrouwen te verteren zijn dan thans het geval is. Een andere maatschappelijke konsekwentie, die een sterk persoonlijk karakter draagt, is een verschuiving in de bezigheden van de mensheid. Of dit nu rechtstreeks wordt gekorreleerd aan de industriële ontwikkeling of indirekt aan de resultaten van de natuurwetenschap, is van ondergeschikt belang. In de laatste 50 jaren is nl. een duidelijke verschuiving opgetreden in het karakter van de arbeid als zodanig. Het aantal lieden, dat handarbeid verricht, neemt duidelijk af en het aantal werknemers, dat hoger gekwalificeerde arbeid verricht, neemt sterk toe. Voor Zweden en voor Amerika komen deze verschuivingen neer op een toename van hoger gekwalificeerde arbeid van de orde van 25 % van de mannelijke beroepsbevolking; voorwaar een verschuiving van formaat en hierdoor wordt min of meer een vicieuse cirkel ingeleid. Immers, bij hoger gekwalificeerde arbeid ontstaan andere behoeften. Deze geven aanleiding tot nieuwe industriële impulsen, die min of meer gekorreleerd zijn aan nieuwe impulsen voor onderzoek en toepassing. De persoonlijkheid van de werker krijgt een ander aksent in een andere maatschappelijke struktuur. In omgekeerde richting stellen de natuiurwetenschappen aan de maatschappij ook biezondere eisen. Deze eisen zijn allereerst budgettair. In feite is dat een persoonlijk getinte relatie. Een ieder weet dat van zijn inkomen een belangrijk percentage besteed wordt voor de natuurwetenschap. In de westerse landen is dat, afgezien van inspanningen voor de defensie, meer dan 2 % van het nationale inkomen. Naar algemeen gevoelen is dit percentage zelfs te laag. De huidige bezetting van het natuurwetenschappelijk apparaat zou echter nauwelijks een groter bedrag kunnen verwerken. Het is duidelijk, dat die gemeenschappen, die er in slagen om op de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen