1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 54
34
T. D. STAHLIE
vertelden dan de moeders hoe zij hiervan door toevoeging van water melk konden maken. Afgezien nog van het feit dat hierdoor een extra risico tot het optreden van besmettelijke darminfecties werd veroorzaakt — (het drinkwater was namelijk nergens betrouwbaar) —, verkreeg men door de toevoeging van water aan het van magere melk gemaakte poeder in plaats van een romige, witte, een door caramelisatie wat bruinachtige, opvallend „duime" vloeistof met een niet zeer aangename smaak. De plaatselijke bevolking moest dus wel de indruk krijgen dat ze echt van het overschot bediend werd, hetgeen psychologisch fout was. En dan was er tenslotte nog de eigenaardigheid, dat de bevolking zelfs goede volle melk niet lustte, zulk in tegenstelling tot bijvoorbeeld de bewoners van India. Waarom men geen melk lustte? Hoogstwaarschijnlijk omdat men er niet aan gewoon was; men zei algemeen dat melk „stonk". Voor mij persoonlijk bleef deze attitude onbegrijpelijk, hoewel over smaak natuurlijk niet te twisten valt, totdat een ontwikkelde Thai het mij eens als volgt uitlegde: Hij zei: „Stel dat in Uw land als gevolg van een epidemie onder het vee de veestapel zou uitsterven. U zoudt dan niet meer over koemelk beschikken. U zoudt evenwel behoefte blijven houden aan melk als voedsel voor babies en kleuters. Stel nu dat iemand een bruikbare methode zou ontwikkelen om melk te verkrijgen van teven. Zoudt U die willen drinken?" En zo is het ook. Bij de hier beschreven actie voor het gebruik van melkpoeder waren dus drie fouten gemaakt, een hygiënische, een psychologische en een, als U wilt, etlinologische. En het bleek niet moeilijk, toen het probleem eenmaal als zodanig herkend was, om het melkpoeder met succes aan de man, of liever aan de vrouw, te brengen. Ten eerste moest worden afgezien van het suspenderen in water, en ten tweede moest men het melkpoeder introduceren niet als voedings- doch als geneesmiddel. Vermenging van het poeder met de dagelijkse rijst bleek een spoedig aanvaarde procedure. Met de aangehaalde voorbeelden, die met vele analoge te vermeerderen zouden zijn, hoop ik te hebben duidelijk gemaakt dat, waar geneeskundige hulp aan de ontwikkelingsgebieden tot dusverre te weinig rendement heeft opgeleverd, dit grotendeels te wijten is geweest aan een foutieve aanpak. Terwijl met name de internationale hulpprogramma's in technische zin wel altijd juist opgezet waren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's