1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 283

BEANTWOORDING

203

M.i. moet de zaak anders gesteld worden. De moderne natuurwetenschappen zullen de fundamentele juistheid van Gen. 1—3 niet erkennen (ze zijn er in feite ook verre vandaan iets dergelijks te doen), omdat Gen. 1—3 geen natuurwetenschap biedt. Om deze stelling waar te maken schreef ik een heel artikel, dat ik niet nog eens zal herhalen. Wanneer de heer van Wijk het tegendeel wil beweren, dus: Gen. 1—3 bevat wel natuurwetenschappelijke gegevens, dan moet hij maar man en paard noemen. Mijn vraag is dus: welke dan? Wat heeft Gen. 1 de heer van Wijk geleerd over materie, over evolutie, over ziel en lichaam in hun samenhang enz.? M.i. kende de schrijver van Gen. 1 niet eens het natuurwetenschappelijke materiebegrip, laat staan dat hij daarover enig licht kon laten schijnen. Evenmin heeft hij ooit van evolutie gehoord; laat staan dat Gen 1 op een verborgen wijze de geheimen van de evolutieleer zou bevatten. d. De heer van Wijk verwart verder de uitspraak dat Gen. 1—3 geen wetenschappelijke gegevens bevatten met de uitspraak dat (dus?) de wetenschap toereikend zou zijn al onze problemen op te lossen. Dat laatste heb ik nergens beweerd en volgt voor mij evenmin uit het eerste. Het lijkt mij —• met de heer van Wijk — een zeldzame overschatting van wat wetenschap vermag. Vandaar mijn waarschuwing tegen een soortgelijk scientialisme aan het slot van mijn artikel. e. Voorts kan ik mij met de beste wil van de wereld niet begrijpen dat de heer van Wijk met de ene hand de resultaten van de moderne natuurwetenschappen aanvaardt, o.a. om met behulp daarvan zijn practijk uit te oefenen tot heil der mensheid, en met de andere hand deze resultaten als in strijd met de geopenbaarde waarheden van Gen. 1—3 weer verwerpt. Daarmee verwerpt hij niet maar zijn eigen vakbekwaamheid, maar ook de natuurwetenschappen in het algemeen, die stuk voor stuk gebaseerd zijn op hypothesen en resultaten van onderzoek die spotten met Gen. 1—-3 als bron' van wetenschappelijke gegevens. Mijn bedoeling was juist, de mensen van de natuurwetenschappen van een dergelijk dilemma tussen geloof en wetenschap te bevrijden wanneer het om de uitleg van Gen. 1—3 gaat. ,Er bestaat wel een probleem onder die titel, maar dat zit mi. niet vast op Gen. 1—3 en derzelver uitleg f. Gen. 1—3 kan zeer wel in dienst van Gods zelf-openbaring staan zonder wetenschappelijke gegevens te bevatten. Dat de heer van Wijk dit niet aanvaarden kan, betekent dat hij teveel (toch nog!) onder de indruk van de wetenschap staat, resp. zich te weinig distantieert van een opvatting dat niet-wetenschappelijk hetzelfde zou zijn als onwezenlijk. Daar kan een bepaald wetenschapsbegrip achter zitten. Gezien zijn opvatting dat Gen. 1—3 pas voluit openbaring mag heten als het ook wetenschappelijke gegevens bevat, lijkt mij dat zelfs waarschijnlijk. Maar dan vraag ik nog eens: is dat nu niet het wetenschapsbegrip van de vorige eeuw? g. Tot slot: mijn bedoeling is niet onheus te zijn tegen de heer van Wijk. Misschien was het verstandiger van G. en W. geweest zijn ingezonden stuk althans in deze vorm niet op te nemen (het blad heet immers Geloof en Wetenschap?). Dan had ik ook de schijn kunnen vermijden. H. M. KUITERT

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen