1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 223

p . G. SMELIK

183

doorhchting van de natuur die ons in staat stelt in de geest van het liefdegebod te handelen. Natuurlijk lijkt dit erg idealistisch, en hebben we rekening te houden met het feit van de zonde (hierop had Prof. Van de Fliert gewezen). Als we echter a priori van de zonde uitgaan, worden we fatalistisch. We behoren uit te gaan van het Koninkrijk Gods, en in de praktijk zullen we dan terwille van de zonde tot compromissen moeten komen. Ook nieuwe technische ontwikkelingen zullen we niet negatief mogen beoordelen en afweren; de computer kan wellicht een waardevol hulpmiddel blijken in de geneeskunst, maar dat zal de praktijk wel leren. De culturele en maatschappelijke verschuivingen Prof. Vlijm vroeg zich af of de door Dr. Cohen Stuart genoemde urbanisatie nu wel de belangrijkste oorzaak was van het verdwijnen van oude kaders. In een dynamische cultuur treden deze verschuivingen toch doorlopend op? Dr. Cohen Stuart wees erop dat de verschuiving van een agrarische naar een urbane cultuur ook in ons land zich zó snel voltrokken heeft dat dit een ware revolutie betekende. Dit stelt de gemeenschap voor een enorme opgave om zich hieraan aan te passen. Planologen zijn vaak geneigd onvoldoende rekening te houden met de geestelijk-hygiënische aspecten; hier zal de medicus dan ook de aandacht op moeten vestigen. Vooral de sociologen zullen deze aspecten dienen op te nemen in hun onderzoek. Dr. Smelik heeft het gevoel dat Dr. Cohen Stuart de huidige ontwikkeling toch wel wat pessimistisch heeft afgeschilderd. Door de technische ontwikkelingen en de urbanisatie zijn er toch ook evengoed weer nieuwe kansen gekomen voor levensontplooiing en vrije tijdsbesteding? De mens is veel minder dan vroeger gebonden aan de zorg voor het dagelijks bestaan. Dr. Cohen Stuart hoopt dan maar dat de mens deze vrijheid goed zal hanteren; de ruimte die gekomen is moet geen leegte worden. Prof. Roscam Abbing merkt nog op dat iemand als Harvey Cox onverantwoord optimistisch is over de grote stad; Dr. Cohen Stuart duidt dit als een agressie tegen zijn eigen agrarisch verleden. Prof. Roscam Abbing verblijdt zich over de opmerking dat de medicus en de socioloog aandacht zullen moeten besteden aan de geestelijke volksgezondheid. De ethicus wordt hierin minder snel serieus genomen, en gauw voor conservatief versleten. Hij wijst op de vrijheid in filmkeuring en pornografie, waarover praktisch geen research is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen