1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 144
112
ABORTUS PROVOCATUS, TUSSENTIJDSE BALANS
de psychiater mee te maken krijgt, maar nauwkeurig genoeg kon worden afgebakend en gevalideerd. Maar ook hier stuiten we op grote moeilijkheden. Het heeft om te beginnen weinig zin om een principiële scheiding aan te brengen tussen psychiatrische en sociale indicaties, alsof het om twee duidelijk van elkaar afgegrensde terreinen gaat. Terecht spreken de samenstellers dan ook van een psychosociale indicatie. Sociale beperkingen hebben slechts kwalijke gevolgen voorzover ze de individuele ontplooiing belemmeren en omgekeerd heeft iedere psychische aberratie zijn repercussies op de samenleving. Het kunstmatige karakter van een dergelijke scheiding werd reeds jaren geleden door E. Straus aan de kaak gesteld toen hij opmerkte dat een „Ereignis" eerst tot een „Erlebnis" wordt krachtens de dialektische relatie tussen het individu en zijn milieu. Men kan er wèl over twisten in hoeverre psychosociale indicaties nog „medisch" genoemd moeten worden. Een en ander hangt direct samen met het vigerende ziektebegrip. In het rapport van de gynaecologen wordt gerefereerd aan de definitie van de WHO, krachtens welke ziekte en onaangepastheid identieke begrippen zijn. In dat geval zou men vrijwel iedere ongewenste zwangerschap als „ziekte" kunnen bestempelen en is elke abortus arte provocatus qua indicatie een medische aangelegenheid. Intussen is lang niet iedereen het met deze gedachtengang eens, getuige het feit dat sommige ziekenfondsen niet bereid zijn om een provocatie abortus op psychosociale gronden te vergoeden. Een analoog probleem doet zich voor bij de honorering van psychotherapie, in het bijzonder wanneer deze door een niet medisch geschoolde psychotherapeut wordt uitgeoefend. Dit even terzijde, want het zou een afzonderlijke beschouwing vereisen om hier nader op in te gaan. Hier volstaan we met de constatering dat de ruime definitie van de WHO tot een probleemverschuiving voert, inzoverre de vraag thans toegespitst is op de criteria voor de normale aanpassing, c.q. „gezondheid". Henry Miller merkt over het gezondheidscriterium van de WHO nogal sarcastisch op dat het uiting geeft aan „de hypochondrische waan van de samenstellers". Uit de nog schaarse literatimr blijkt dat de psychosociale indicaties met betrekking tot de provocatio abortus wetenschappelijk gezien nog veel ruimte open laten voor twijfel en speculatie. De predictie over het risico van een blijvende psychische ontwrichting is tot dusver niet erg valide en nauwelijks getoetst. En bovendien valt het niet mee om een ondubbelzinnige omschrijving te geven van de mens „als volwaardig individu", van de „existentiële nood" en van de blijvende decompensatie die het afbreken van de zwangerschap rechtvaardigt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's