GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 23

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. VAN DER MEER

7

zaalzuster, al of niet gediplomeerd, worden gedaan. Uiteraard slaat zij alarm, want alléén kan zij in deze situatie slechts het hoogst noodzakelijke doen en dit maar enkele minuten volhouden. Er doet zich al direct een aantal vragen voor. Degene, die de reanimatie al of niet begint, kan deze vragen in de korte termijn, die ter beschikking staat, noch stellen, noch beantwoorden, en is ook veelal in een rustiger fase niet in staat de situatie in zijn geheel te overzien. In feite neemt degene, die bij wijze van „eerste hulp" een reanimatie begint, één van de belangrijkste en moeilijkste beslissingen uit de gehele geneeskundige praktijk in een deel van 'n seconde. Men verwijte dan ook nimmer iemand, dat hij met een resuscitatie is begonnen of daarvan heeft afgezien. Bespreken achteraf is nuttig, maar men brenge nooit iemand, die in zo'n korte tijd zo'n belangrijke beslissing moet nemen met zo weinig inzicht, daarover in verontrusting. De eerste vraag, die zich voordoet, luidt: heeft het zin? Den Otter meldt op zijn heelkundige afdeling een percentage van 47 als geslaagde reanimaties, bij 97 pogingen (55 traumatologische, 42 overige patiënten), dat wil zeggen, dat bij 46 patiënten de op korte termijn zeker lijkende dood werd afgewenteld. Op de afdeling voor inwendige ziekten zijn de kansen op succes minder groot. De leeftijd van de patiënten is wat hoger en de aard van de acute stoornis heeft vaker een permanent karakter. Toch waren 32 van de 79 reanimatiepogingen (40.5%) op onze afdeling als geslaagd te beschouwen. Het lijkt dus zinvol, maar men komt dan wel direct op de volgende vraag: wat is geslaagd? Het antwoord is op het eerste gezicht niet zo moeilijk: namelijk zodra het leven van de patiënt ook zonder kunstmatige middelen in stand blijft. Vooral echter bij onze interne patiënten kennen wij het gebeuren, dat de reanimatie aanvankelijk kan worden beëindigd, de patiënt blijft in leven, maar na min of meer korte tijd treedt toch de dood in, onstuitbaar. Laat ik dit aan de hand van een ziektegeschiedenis toelichten. Een patiënt is in een redelijke conditie op de afdeling opgenomen. Hij heeft een klein hartinfarct. Na tien dagen wordt er plotseling gealarmeerd. Hij heeft een circulatiestilstand gekregen en raakte direct in coma. De reanimatie begon binnen twee minuten. Bij analyse bleek de circulatiestilstand te berusten op hartkamerfibrilleren. Het hart werd elektrisch gedefibrilleerd, de circulatie kwam weer op gang, de patiënt ontwaakte uit zijn coma, ietwat verwonderd over de grote hoeveelheid mensen en apparatuur om hem heen. De reanimatie-bemoeiingen konden worden gestaakt. Circulatie en respiratie functioneerden goed. De patiënt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's