GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 296

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

236

ANTWOORD

2. Aanvankelijk was de aarde of het aardoppervlak woest en ledig of zoals de Septuagint zegt onzichtbaar en niet toegerust (met flora, fauna). Duisternis heerste op (of lag over) de diepe wateren, die het oppervlak van de aarde bedekten en een geweldige wind woei of stormde over het water. 3. En God gebood, dat het licht zou worden op aarde en deed het licht tot de aarde doordringen. 4. En God zag, dat het licht goed of passend was voor de toebereiding der aarde als woning voor mens en dier (Jes. 45 : 18) en God maakte scheiding tussen perioden van licht en van duisternis op aarde. 5. En God noemde de perioden van licht dag en die van duisternis nacht. Aldus was het avond geweest en werd het morgen op de eerste scheppingsdag Gods, of in de eerste periode-) van Gods toebereiding van de aarde. 6. En God zeide er moet een uitspansel (firmament) of ruimte (stereoma) ontstaan in het midden van de wateren en dit uitspansel of deze tussenruimte (de atmosfeer), make scheiding tussen wateren en wateren. 7. En God deed de atmosfeer ontstaan en Hij maakte scheiding tussen de wateren beneden de atmosfeer en tussen de wateren (de wolken) aan de bovenzijde ervan. En het werd aldus. 8. En God noemde het uitspansel, of de atmosfeer zoals ze zich van de aarde gezien aan ons voordoet, hemel. Toen was het avond geweest en morgen geweest op de tweede scheppingsdag Gods. 9. En God zeide het water, dat onder de hemel is, moet naar een verzamelplaats samen gedreven worden en het droge moet zichtbaar worden. En het geschidde aldus. 10. En God noemde het droge aarde en de verzamelingen der wateren noemde Hij zeeën. En God zag dat het goed was. 11. En God zeide de aarde doe veldgewas uitspruiten, dat zaad zaait (of dat eigensoortige en op zichzelf gelijkende nakomelingsschap voortbrengt) en vruchtdragend geboomte, dat vrucht, waarin eigensoortig zaad is, voortbrengt op aarde. 12. En het werd aldus. En de aarde bracht veldgewas voort, dat eigensoortig zaad zaait (en welgelijkende nakomelingschap voortbrengt) en vruchtdragend geboomte in welks vrucht eigensoortig zaad is op aarde. 13. En God zag dat het goed was (geschikt voor Gods doel, de verdere toebereiding van de aarde). En het werd avond en het werd morgen op de derde scheppingsdag Gods. 14. En God zeide er moeten lichtgevers (of lichtdragers) te voorschijn komen (geboren worden) in de hemelruimte of het hemelgewelf; (tot verlichting van de aarde) om (niet alleen) onderscheid te maken tussen dag en nacht op aarde (maar ook) om te zijn tot kentekenen van tijden, om te onderscheiden tussen tijden 15 van (of tijden en) dagen en jaren en ze moeten tot verlichting aan het uitspansel des hemels staan, zodat ze licht geven op aarde. En het geschiedde aldus. 16. En God schiep voor de aarde de twee lichtgevers (Hij maakte ze tot licht-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 296

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's