De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 86
76 DE V.U. IN OORLOGSTIJD
werd aangehouden als ondergedoken student, doch later weer vrij
kwam en sindsdien in Friesland onderdook.
Groot gevaar liepen J. W. A. Bruins en J. J. van der Sluis, die bij
hun koene illegale werkzaamheden in Zwolle werden gepakt en
gevangen gehouden, doch nog kans zagen om vlak voor de bevrij-
ding uit hun gevangenschap te ontsnappen.
Gelukkig bleven er ook velen over, die hoewel velerlei gevaarlijken
arbeid verrichtend, toch permanent uit de handen der politie ble-
ven, als Rie Brouwer, Truus Koning, J. v. d. Linden, J. de Boer,
W. M. Smit, D. Mulder, H . F. Teekens, P. J. Hoogteyling, A. Vos
en anderen over wier werkzaamheden naar buiten niets doorlekte.
Verscheidene van het groepje van nog geen 50 studenten onzer
Universiteit, die in verband met hunne weigering om de loyaliteits-
verklarig te teekenen, in Duitschland werden te werk gesteld, heb-
ben daar een intens bewogen periode van hun leven medegemaakt:
waar het niet de veelvuldige bombardementen waren, die hen in
gedurig levensgevaar deden verkeeren, waren het de allertreurigste
woon-, voedings- en arbeidstoestanden, die hun leven en gezond-
heid bedreigden. Misschien op één uitzondering na, geen van hen,
die voorzoover hij aan den meldingsoproep van Mei 1943 gehoor
had gegeven, dit achteraf niet levendig en op principieele gronden,
betreurde. En vrijwel ook geen van hen, die niet alle mogelijkheden
tot sabotage en clandestiene repatrieering met beide handen aan-
greep.
Eén mogelijkheid om Nederland te bereiken bestond in het ver-
krijgen van verlof wegens echte of gesimuleerde ziekte van zich-
zelf of familie en het daarna onderduiken. Dit was de minst ge-
vaarlijke, doch een moeizame weg; het gelukte o.m. aan J. C.
Hoogteyling en J. C. de Winter. Een andere methode leverde het
reizen met valsche papieren, zooals die later voor ieder „Lager"
door een vertrouwenscommissie werden doorgegeven. Op deze wij-
ze kwamen o.a. terug J. Brug, die sinds zijn krachten aan „Trouw"
wijdde en J. J. Seidel, die opzettelijk zoo lang mogelijk in Berlijn
was gebleven om de terugreis van jongere kameraden te helpen
verzorgen. Een dejrde mogelijkheid bestond in het reizen als ver-
stekeling in de schadelijke ruimte, die zich onder bepaalde D-wa-
gens bevindt: op handen en voeten kruipend door een met stof,
roet en olie besmeurd nauw kanaal, bereikte de blinde passagier de
donkere metalen doos, die in het midden onder de lange D-wagen
hangt en daar bracht hij twee dagen en een nacht door op een reis
van Berlijn naar Amsterdam, waar hij moest zien het C.S. onge-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's