GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vijfenzeventig jaar Vrije Universiteit - pagina 119

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vijfenzeventig jaar Vrije Universiteit - pagina 119

Gedenkboek bij het vijfenzeventig-jarig bestaan der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de tweede plaats — ook dat is begrijpelijk, maar nochtans on-

juist — heeft Lohman bij zijn verdediging grote woorden gebruikt,

die de tegenpartij onrecht deden: Wie de stukken zorgvuldig bestu-

deert, kan toch de terminologie rechtsverkrachting, geweldpleging,

krenkende en in hooge mate beleedigende bejegening en dergelijke niet

zonder meer overnemen.

En voorts — als we hierboven constateerden dat Kuypers houding

niet geheel recht was, moet hieraan toegevoegd worden, dat Lohmans

houding wel wat dwars geweest is. Al vóór de motie der enquête-

commissie behandeld was, besloot hij tot heengaan, ook al greep het

ongelooflijke plaats, dat de Vereniging hem in het gelijk zou stellen.

Het gesprek werd op die manier wel heel erg moeilijk.

Tenslotte moet hier nog nadrukkelijk gezegd worden, dat Lohman

ontslag heeft genomen. O p de jaarvergadering van 1896 te Leeuwar-

den, waar de motie der enquête-commissie werd aanvaard, heeft

de edele Bavinck uitdrukkelijk gezegd, dat het noch de bedoeling

der commissie, noch die van de motie was om Lohman te verwij-

deren.

Toen Lohman in 1896 bemerkte, dat zijn opvatting van Gerefor-

meerde beginselen een andere was dan die der Vereniging, was de

enig juiste conclusie geweest: Dan moet ik gaan. Hij is gegaan, maar

vol verwijten aan de Vereniging, die voor een groot deel onverdiend

waren.

De geschiedenis van de negentiende eeuw met haar nooit aflatende

strijd op de terreinen van kerk en school en politiek heeft iets dodelijk

vermoeiends. Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand

zou kunnen uitspreken.

O p het eerste gezicht lijkt het in die strijd te gaan om principes

en zien we de kampvechters als edele mannen. Maar komt men tot

de détails, dan komt de teleurstelling: wat is er veel onheilig vuur

op de altaren geweest, wat een benepenheid komt er aan het licht.

Voor velen is die teleurstelling zo groot, dat ze zich wrevelig af-

keren en hun hoogste levenswijsheid groeit niet verder dan tot

het in bitterheid verworven adagium: Het is niet alles goud, wat

blinkt.

Maar wie gelooft, moet verder gaan. En hij zal teleurstelling na

teleurstelling hebben te incasseren. Tot hij ontdekt, dat in de grauwe

steen toch de goudader schuilt.

Daarom zijn we in dit hoofdstuk niet gevlucht in de oordeelloosheid.

115

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955

Publicaties VU-geschiedenis | 238 Pagina's

Vijfenzeventig jaar Vrije Universiteit - pagina 119

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955

Publicaties VU-geschiedenis | 238 Pagina's