Van weledelgeboren tot aktivistens. Dertig jaar V.S.G.V.U. Merlijn 1957-1987. - pagina 27

Ten tweede wilde zij de studie verruimen door middel van lezingen,

exkursies en colloquia. Een colloquim bestond uit een aantal bijeen-

komsten van derdejaars- of oudere studenten en een hoogleraar die

samen een bepaald thema bespraken aan de hand van literatuur. Collo-

quia waren niet verplicht, maar iedere student werd eigenlijk wel

geacht er één a twee tijdens de studie te volgen. De V.S.G.V.U.

organiseerde meestal twee colloquia per jaar. Korte tijd waren zij

alleen toegankelijk voor leden van de V.S.G.V.U., maar dat werd al

snel weer afgeschaft. De derde taak van de V.S.G.V.U. was het onder-

houden van kontakten met de 0.S.G.N, en met de geschiedenisstudenten

aan andere universiteiten. Het was de taak van het Regentschap deze

aktiviteiten te koördineren. Dit bestuur bestond uit drie personen,

te weten een gouverneur (voorzitter), een griffier (sekretaris), en

een thesaurier (penningmeester). Zij maakte ieder jaar haar plannen

bekend in een troonrede, die altijd beëindigd werd met de wens:

'ut vivat, crescat et floreat societas nostra!' (Moge onze vereniging

leven, groeien en bloeien!). Naar het voorbeeld van de corpora ging

optreden naar buiten gepaard met het nodige uiterlijk vertoon; het

regentschap was gekleed in jaquet en droeg regentschapsketenen als

zij bijvoorbeeld een lustrumfeest van een andere vereniging bezocht.

Jaarlijks wisselde het bestuur. Het oude regentschap droeg dan een

nieuw voor. Indien er tegenkandidaten gesteld waren, werd er gestemd.

Lidmaatschap van de V.S.G.V.U. was niet verplicht, maar wel vrij

vanzelfsprekend. Eerstejaars moesten eerst blijk geven van aanleg

voor het vak voor ze lid konden worden: ze moesten een historisch

werkstukje schrijven dat door een ouderejaars beoordeeld werd. De

notulen vermelden echter nergens een aspirant-lid dat geweigerd werd

vanwege een te slecht werkstuk. Degenen die lid wilden en mochten

worden werden uitgenodigd voor de dies-vergadering (de verjaardag

van de vereniging), waar ze officieel geïnstalleerd werden als lid.

Staande voor de regentschapstafel werden ze toegesproken door de

gouverneur die hen wees op het nut van de vereniging en hen een sukses-

volle studie toewenste. Na een handdruk konden ze weer gaan zitten.

Hoe formeel het toeging blijkt ook uit een opmerking in 196A van één

der leden, die zich er aan stoorde dat de eerstejaars niet allen een

blauw pak droegen. Later werd het werkstuk je afgeschaft en werd de

kontributie automatisch geïnd bij de studentenbijdrage bij het

kollegegeld. Ouderejaars konden zich op de lijst van reunisten laten

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen