De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 39
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
in twee delen over. Hij reisde echter niet alleen uit historische en
religieuze belangstelling of om het kleinburgerlijke Nederland te
ontvluchten. Reeds als journalist had hij met Keuchenius contact
gehouden over Indië en met name over de oorlog in Atjeh. Als
minister had hij van collega Idenburg meer over Indië gehoord en
de zending had zijn intense belangstelling. De oorlog tussen
Rusland en Japan had van het ministerie-Kuyper veel aandacht
gevraagd in verband met de bevoorrading van de Russische vloot,
die uit Europa via Indië een weg zocht naar Japan, waar ze onder
zou gaan in de Japanse Zee. De overwinning van Japan had in heel
Azië de hoop gewekt op een toekomstige bevrijding van het
koloniale bewind in Voor-, Achter- en Oost-Indië. En toen Van
Heutsz naar Den Haag kwam voor zijn benoeming tot Gouverneur-
Generaal van Nederlands Oost-Indië, had Kuyper ook
kennisgemaakt met diens adjudant, de Standaard- en Heraut-lezer,
afkomstig uit de kerken der Afscheiding, de 35-jarige H. Colijn.
Kuyper begreep dat de kennis van de Islam van groot belang
was voor zijn politiek inzicht in de Aziatische zaken. Hij verdween
dus van het kleine vaderlandse toneel om terug te keren als een
politicus met inzicht in de actuele zaken van Rusland en de Balkan,
van het Midden-Oosten en het zionisme, en in de opleving met
toenemende invloed en groei van de Islam in Nederlands Oost-
Indië.
In 1905 ontdekte Kuyper nog nieuwe perspectieven, de VU
werd in dat jaar erkend en in de kerken kwam toen eindelijk vrede.
Alleen in Kampen heerste onder de studenten enige onvrede. Ds.
J.D. Boerkoel schreef in 1960 over de VU-studenten in de jaren na
1905: 'Ze zagen met een niet eens verholen minachting op ons
neer. Wij waren maar "Kampenezen". De kerkelijke opleiding droeg
nog niet de naam Hogeschool; ze stond in veler achting aange-
schreven als een seminarie'. Het VU-corps trad diep kwetsend op,
zo schreef hij. 'En dit trof te meer, omdat we van de kant van
S.S.R., de corporatie van geestverwante studenten aan de openbare
Universiteiten, steeds met warme hartelijkheid werden bejegend'.
In dat Kampen trokken vier studenten veel met elkaar op.
Boerkoel zelf, Klaas Schilder, Jan Waterink en Jaap de Waard. In
1911 zaten Schilder en Waterink samen in de senaat van het
studentencorps F.Q.I. Allebei wilden ze graag het volgende jaar
praetor worden, maar Jaap de Waard werd gekozen. Schilder had
35
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's