Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 154
De Vrije Universiteit 1880-2005
CSB."* De CSB wilde gereformeerd zijn, met een vrij sterke tendens in de richting van de
wijsbegeerte der wetsidee. VoUenhoven en Dooyeweerd waren op de csB-congressen
graag geziene gasten"', en in de Calvinistische Studentenbladen werden de geschriften
van A. Janse waarderend besproken.' '^ Dooyeweerd zag er een nieuw reveil in, 'een len-
te-ontwaken in het jong-gereformeerde leven'. De CSB'ers, zo vertrouwde hij, zouden de
taak volbrengen 'die het calvinisme in de jongste periode der wereldgeschiedenis heeft te
vervullen'. "9
De CSB zou zich handhaven, maar niet de meerderheid van de vu-studenten voor zich
winnen. De invloed van de NCSV was ook in de jaren dertig sterker. De Gaay Fortman zei
later dat voor hem de studententijd religieus gezien de beslissende levensfase was ge-
weest, en noemde in het bijzonder de NCSV.'^ Daar leerde je verbinding te leggen tussen
wetenschap en geloof, 'zonder krampachtigheid en zucht tot overheersen'.'^' In die
krampachtigheid en heerszucht zal hij het verschil gezien hebben met de wijze waarop
zijn eigen universiteit hem de betekenis van die verbinding onder het oog wilde brengen.
En ofschoon weerstanden tegen de NCSV zeker bleven bestaan, uitte zich dat minder in
bestrijding dan in een pogen de vu-afdeling een eigen karakter te verlenen. Het afde-
lingsbestuur gaf in 1934 een circulaire uit waarin jongere studenten geadviseerd werd
zich eerst grondig in te werken in de gereformeerde beginselen, voordat zij zich begaven
in het wijdere verband van de NCSV. Het stuk was mee ondertekend door een commissie
van advies, samengesteld uit de hoogleraren Dooyeweerd, Gerbrandy en G.J. Sizoo, en
de predikanten Ferwerda, De Graaf en Verkuyl.'^^ De laatste was overigens een geest-
driftig NCSv'er, maar tegelijk zeer gehecht aan de tradities van Afscheiding en dolean-
tie.'^3
In de jaren twintig zijn verscheidene oud-NCSv'ers losgeraakt van de gereformeerde
kerken, en met Geelkerken meegegaan. In de jaren dertig ging het anders. Prominente
NCSv'ers als De Gaay Fortman en LA. Diepenhorst verlieten hun kerk niet en zeiden
evenmin de Vrije Universiteit vaarwel. Ze zouden zich zelfs tot leidinggevende figu-
ren ontwikkelen, maar bleven hun NCSV-stempel behouden. We weten alles veel te goed,
waarschuwde De Gaay Fortman in zijn afscheidsrede als rector corporis. 'Wij moeten
met onze keurig sluitende dogmatiek en ons hoog houden van de orthodoxie zo oppas-
sen.' Geloof is naar het woord van Brunner subjectief Niets kan in staan tussen God en
mij.'^'* Dat geloof zou minder uitdrukking vinden in het denken dan in het doen. Het ge-
loof wordt getoond uit de werken. De geest van de jaren zestig kondigde zich bij deze
jongeren reeds aan. Verkuyl had het ook. 'Als ik jou hoor praten,' schreef hij in 1968 aan
De Gaay Fortman, 'heb ik altijd de indruk, dat wij in onze studentenjaren geboeid zijn
geraakt door dezelfde figuren en dat wij in die jaren hetzelfde visioen gehad hebben
waaraan wij nu trachten gehoorzaam te zijn.''^5
Ook een student in de rechten als De Gaay Fortman kende Brunner, en las Karl
Barth, voor wie hij zich graag openstelde, met opschorting van de kritiek. 'Luisteren is
de houding die ons tegenover de boodschap van Barth c.s. allereerst past."^* Onder stu-
150 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's