Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 343
De Vrije Universiteit 1880-2005
van de PKV bij betrokken waren. Zo kon het gebeuren, dat de student B. Middelkoop aan
de werkgroep meedeelde dat hij lid was van de CPN. De anderen oordeelden dat daaruit
geen consequenties voortvloeiden voor zijn lidmaatschap van de werkgroep.^7^ Ze kon-
den de vraag niet openlaten. De CPN-kwestie was toentertijd actueel, en de werkgroep
moest kiezen. Als ze communisten uitsloot zou dat haar relatie tot een deel van het per-
soneel en een aanzienlijk deel van de studenten ernstig bemoeilijken. Het laat zich daar-
om verstaan dat ze aldus besliste. Maar haar keus was onaanvaardbaar voor diegenen die
communisme niet konden houden voor een andere weg om de doelstelling te verwezen-
lijken. De rechterzijde bleef dan ook grotendeels buiten de discussies die de werkgroep
op gang wilde brengen.
De belangrijkste daad van de werkgroep was het voorstel dat ze in 1979 aan de uni-
versiteitsraad voorlegde: de oprichting van een bezinningscentrum 'voor het continu en
regelmatig aan de orde stellen van de doelstelling en haar betekenis voor het werk binnen
de faculteiten'.377 De raad ging min of meer berustend akkoord, zonder overwegend be-
zwaar, maar ook zonder geestdrift. Enkele raadsleden zagen er het bewijs in dat de facul-
teiten het zelf niet wisten, en daarom het probleem van de realisering uitbesteedden aan
een andere instantie.37S Dat was inderdaad een reëel gevaar, maar die scheiding van we-
tenschap en bezinning lag niet in de bedoeling. Het centrum zou wel over ten minste één
vaste functionaris beschikken, en al zou van deze ene persoon veel afhangen, het eigen-
lijke werk moest buiten het centrum verricht worden.379
Van Nes stelde zich er veel van voor. Zo'n instituut zou zeker een belangrijke uitstra-
ling hebben.3^ En het hoefde over gebrek aan werk niet te klagen, want gebondenheid
aan het evangelie was een levende zaak, voortdurend in beweging.^^' Het centrum zou
een permanent kader scheppen waarbinnen de bezinning plaatsvond over wetenschaps-
beoefening en doelstelling.3^^ Voorlopig werd het gedragen door drie personen: de werk-
groepsvoorzitter Maurice, de universiteitspastor Boonstra en de als vaste medewerker
aangestelde studiesecretaris A.W. Musschenga. De benoeming van deze jonge PKV'er,
pas afgestudeerd in de theologie, gaf wel aan in welke richting de discussie rondom de
doelstelling zich zou bewegen. Men kon verwachten dat het centrum zich zou aanslui-
ten bij de modern gereformeerde richting, die het streven naar een rechtvaardige samen-
leving beschouwde als de centrale boodschap van het evangelie. In die geest zou het
waarschijnlijk ook de doelstellingen interpreteren, en daarbij afstand nemen van de
traditionele uitleg die had gegolden van Kuyper tot Dooyeweerd. Het kerkelijke blad
Hervormd Nederland vroeg Musschenga naar de ideeën van het centrum. Zijn antwoord
luidde: 'in het kort dit. Christelijke wetenschap op zich bestaat niet. Christelijke weten-
schapsbeoefening betekent een extra kritische dimensie toevoegen.'3^3 Niet dus het
bouwen op het fundament van de goddelijke openbaring, zoals de Vrije Universiteit bij
haar oprichting had beoogd. En ook niet het speuren naar de grote werken Gods, waar
De Gaay Fortman nog van had gesproken. Het geloof was niet minder, maar ook niet
meer dan een toegevoegd element, een extra kritische dimensie. Een goede omgang
IN DE SCHADUW VAN MARX. 1969-1980 339
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's