Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 262
De Vrije Universiteit 1880-2005
hun noden, de werkgevers leden niet minder aan de hunne. Van Zuthem noemt ze ook:
'de nood van het hebben van macht zonder daar verantwoording voor af te leggen. De
nood van de mogelijkheid van misbruik van macht zonder voldoende remmen hierop.
De nood van de verleiding eigenbelang te laten gelden boven het belang van anderen,''''*
Ook hier geeft Van Zuthem aan de woorden zijn eigen betekenis. Meestal spreken we
niet van noden, als het gebreken betreft die de lijder zelf kan verhelpen. Of gaat het om
verslavingen, zoals roken en drinken, die dikwijls het beste te bestrijden zijn met
krachtige hulp vanbuiten, en als het moet ook met dwang.' Werkgevers hadden in elk ge-
val weinig sympathie voor Van Zuthems denkbeelden, en sommigen gingen zo ver dat ze
als lid van de vereniging bedankten. Zowel curatoren als directeuren hadden het er
moeilijk mee. Hij moest zich maar wat minder met de praktijk bemoeien, meenden de
eersten. "'S Hij mocht ervan uitgaan dat het bestuur van de universiteit de wetenschappe-
lijke vrijheid van de hoogleraren zou beschermen, verklaarden directeuren. Maar dan
mocht van hoogleraren ook verwacht worden 'dat zij wijsheid betrachten in het bekend
maken van hun inzichten'.''^ Zo moest men met elkaar leren leven.
SOCIALE WETENSCHAPPEN
De sociale faculteit werd in deze tijd gevormd uit zeer verschillende componenten, die
voordien meestal bij andere faculteiten waren ondergebracht. Ze bestond uit drie subfa-
culteiten: de psychologie, de opvoedkunde en de sociaal-culturele wetenschappen. Tot
die laatste groep behoorden de sociologie, de politicologie, de culturele antropologie en
de sociologie der niet-westerse volken. Bekijken we dit geheel vanuit de vraag naar ver-
andering, dan is de sociale faculteit natuurlijk bij uitstek de plaats waar de aandacht voor
de derde wereld haar concentratiepunt had gevonden. Alleen al het feit dat er onderwijs
werd gegeven in vakken als culturele antropologie en niet-westerse sociologie maakte het
op zuiver wetenschappelijke gronden noodzakelijk dat jonge mensen in het kader van
hun opleiding veldonderzoek gingen doen in andere werelddelen. De start van deze
nieuwe studierichtingen vertoonde nog de traditionele vu-kenmerken. Precies zoals
vroeger bij de geschiedenis en bij de pedagogiek viel de eerste hoogleraarsbenoeming ten
deel aan een theoloog, dr. L. Onvlee, die zijn bekendheid had verworven als zendeling en
bijbelvertaler. Was hij dan al 'in hart en nieren een antropoloog',''^ voor hem was kennis
van de taal en de cultuur van een niet-westerse samenleving in de eerste plaats middel de
voortgang van het evangelie te bevorderen. Daarnaast staat dat J. W. Schoorl, de eerste
hoogleraar niet-westerse sociologie, zijn nieuwe studierichting nadrukkelijk plaatste in
het teken van de hulpverlening aan de landen van de derde wereld: hun problemen door-
denken, en experts opleiden die ter plaatse hulp kunnen bieden.'7^
Een tweede verschijnsel dat vooruitwijst is de verzakelijking die we zien optreden bij
de vakken die vroeger behoord hadden tot de letterenfaculteit, dus de psychologie en de
pedagogiek. De jonge P.J.D. Drenth kan hier model staan, de man die opzettelijk zijn ei-
258 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's