Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 301
De Vrije Universiteit 1880-2005
Dezelfde Veringa die voor de Wet Universitaire Bestuurshervorming verantwoordelijk
was geweest, kwam in 1971 voor de dag met een voorontwerp tot herstructurering van
het hoger onderwijs. Een academische studie moest voortaan in vier jaar voltooid wor-
den. De inschrijvingsduur mocht in geen geval de zes jaar overschrijden. Het kandi-
daatsexamen verviel. TegeHjk zou voor alle studierichtingen aan het einde van het eerste
jaar een propedeutisch examen ingevoerd worden, dat eventueel een jaar later kon wor-
den herhaald. Voor een beperkt aantal studenten zou verlenging van de studie met een
zogenaamde tweede fase mogelijk zijn.^^ Daarom sprak men van de tweefasestructuur,
en die naam zullen we van hieraf gebruiken, maar eigenlijk was het de oude wijn in niet
eens heel nieuwe zakken.
Het was precies dezelfde drank die Posthumus in zijn nota al had uitgeschonken. Wel
was de situatie waarin Veringa zijn idee lanceerde nogal ingrijpend veranderd. Enerzijds
was in het universitaire bestuur de invloed van de tegenstanders sterk toegenomen. Elke
student moest hier wel een aantasting van bestaande rechten in zien. Anderzijds hadden
de democratiseringsperikelen de sympathie voor het hoger onderwijs bij pers en politiek
nogal doen dalen. De vraag of vier jaar lang genoeg was om een volwaardige opleiding te
verzorgen kreeg noch van Kamerleden noch van journalisten wezenlijke aandacht. Zij
stemden allen in met de commentator in het NRC Handelsblad, dat er nu eindelijk paal en
perk gesteld zou worden 'aan de catastrofale overbevolking van het wetenschappelijk
onderwijs'.^^
Het universitaire verzet maakte dan ook geen indruk, hoewel het breed gedragen
werd door alle geledingen. De invoering van zo'n systeem, zei Van Nes in zijn laatste
jaarrede van 1979, is een revolutionaire ingreep in het Nederlandse stelsel van hoger
onderwijs. 'Zo'n ingreep kan alleen weloverwogen, goed doordacht en voorbereid, ge-
dragen door een brede politieke consensus, geleidelijk in een reeks van jaren in goed
overleg plaats vinden.' Het voorliggende ontwerp zou dan ook nog aanzienlijk in kwa-
liteit moeten toenemen.^ Van Nes ging niet in op de vraag hoe die catastrofale overbe-
volking van het wetenschappelijk onderwijs eigenlijk was ontstaan. Als universitaire do-
centen het over één ding eens waren, was het wel dat de studenten slechter dan voorheen
op de studie voorbereid waren.7 De afschaffing van de eindexamens oude stijl van gym-
nasium en hbs en hun vervanging door het vwo was gegaan ten koste van de breedte en
de diepte beide. De aankomende student kende minder talen, was gebrekkiger opgeleid
in de bètavakken, en haalde in het beperktere aantal onderdelen waarin hij geëxamineerd
was niet het vroegere niveau. En toch zou deze slechter opgeleide abituriënt de academi-
sche studie in korter tijd moeten volbrengen. Door verlaging van de eindexameneisen
was het aantal gediplomeerden flink toegenomen, maar de geschiktheid voor de studie
was juist gedaald. De rechte manier om het aantal studenten te beperken zou allereerst
bestaan moeten hebben in verzwaring van de toelatingseisen. Toen de politiek dat pro-
bleem niet zag, bleef er weinig anders over dan ook het universitaire niveau te verlagen.
De tweefasestructuur heeft echter een lange aanloop gekend voordat ze werkelijk-
:N DE S C H A D U W VAN MARX 1969-1980 297
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's