Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 47
beschreven feitelijke werkelijkheid ook modelmatig te accommoderen (zie verder
hoofdstuk 4)
Al met al schipperden de VSF vanaf 1972 om met toewijzingen vanuit welke bron
dan ook een behoorlijk onderwijspakket te realiseren en daarnaast ook nog het
nodige aan onderzoek te doen" Door de bank genomen slaagde men daarin
wonderwel Daarbij speelden instroomregulerende maatregelen, met name ten
aanzien van de grote landelijke aanmelding voor de studie fysische geografie, een
belangrijke rol Enerzijds waren de VSF weliswaar gedwongen een deel van de
overflow vanuit Utrecht op te nemen, maar anderzijds werd die overflow in het
kader van een landelijke plaatsingscommissie gemaximeerd, enkele malen zelfs
middels het instellen van een numerus fixus Tegen het eind van de jaren '70
begon het tij m dit opzicht te verlopen Op instigatie van het Utrechtse CvB werd
de opnamecapaciteit daar verhoogd tot een niveau dat de subfaculteiten aan zowel
UvA als VU vanuit een oogpunt van kwaliteitshandhaving onverantwoord achtten
Tegelijkertijd deed zich een daling voor in het aantal studenten dat zich voor de
studie fysische geografie aanmeldde Voor het studiejaar 1981/82 waren dat er
landelijk 97, waarvan er 73 een voorkeur voor Utrecht aangaven Na ingrijpen van
de plaatsingscommissie werd de verdeling uiteindelijk Utrecht 50 (capaciteit 50),
UvA 32 (capaciteit 3 5) en VU 15 (capaciteit 20) Daarmee dreigde voor VU (en UvA)
onderbezetting en die dreiging werd nog versterkt door signalen dat Utrecht
inmiddels druk bezig was actief studenten te werven, onder andere door te bena-
drukken dat er in Utrecht voor de studie m de fysische geografie minder vergaan-
de eisen op het terrein van de exacte wetenschappen werden gesteld dan in
Amsterdam Korte tijd later, tijdens de TVC-operatie, zou blijken dat Utrecht een
vooruitziende politiek had gevoerd Achteraf gezien moet worden geconstateerd
dat de VSF zich in die fase te zeer hebben blind gestaard op het bereiken van een
verantwoorde staf/studenten ratio en te weinig hebben ingezien dat bij een harde
sanering onvoldoende studentenaantallen de meest ernstige bedreiging zouden
kunnen gaan vormen voor het voortbestaan^^ Het leidt overigens geen twijfel dat
de VSF, wilde men een aanvaardbaar niveau van onderwijs kunnen realiseren, in de
vroege jaren '70 eenvoudigweg gedwongen waren om instroomregulerende maat
regelen te bevorderen In de daarop volgende jaren werd die noodzaak echter min-
der acuut en ging instroomregulermg mede een functie vervullen ten behoeve van
het scheppen van onderzoeksruimte Het feit dat die ruimte efficient werd benut
en dat de VSF bij het begin van de TVC operatie derhalve konden bogen op een
aanzienlijke onderzoeksprestatie vormde een met onbelangrijk tegenwicht tegen
de relatief geringe studentenpopulatie op dat moment (zie verder hoofdstuk 3)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's