Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 37
De Vrije Universiteit 1880-2005
klinkt eveneens door in de wijze waarop de regelingscommissie voorstelde de feestelijk-
heden af te sluiten met een diner.^s Daar stak geen kwaad in, als het geschiedde 'in navol-
ging van wat onder Gods oude volk en van oudsher ook onder de gereformeerden in
zwang was'. Esser bleef tegen. Voor tachtig cent kon je volop te eten krijgen in een
restaurant. Waartoe dan zo'n kostbaar diner.' Zo kweekte men 'geen sobere mannen van
kracht en vasten wil'.^^ Maar op den duur wende het feestvieren wel.
Volstrekt niet problematisch was het hoofdpunt van de plechtigheid: Kuypers ope-
ningsrede, 'Souvereiniteit in eigen kring'. Ze maakte op de aanwezigen een overweldi-
gende indruk^7 ^ en laat nog altijd zien waarin Kuypers kracht school als hij een menigte
toesprak. Zijn hele denklijn is retorisch. Hij bouwt zijn betoog niet stap voor stap op naar
de beginselen van de logica. Hij poneert, en geeft met groot oratorisch geweld elke bewe-
ring de schijn van onomstotelijke waarheid. De hoeksteen van Kuypers redenering is dat
al de levenskringen onafhankelijk zijn van elkaar. De staat is wel de hoogste, omdat hij
'den enkele beschermt en de onderlinge rechtsverhouding der zichtbare levenskringen
bepaalt', doch zijn soevereiniteit strekt zich slechts over, en niet binnen die kringen uit.
De soevereiniteit van de staat is een afgeleide van de enige werkelijke, dat wil zeggen de
goddelijke soevereiniteit. En zoals de staat zijn soevereiniteit van God heeft ontvangen,
zo bezitten alle kringen hun eigen soevereiniteit bij de gratie Gods. Zo'n kring is ook de
wetenschap. Zij is vrij van de staat, want de overheid kan niet bepalen wat wetenschap-
pelijk waar is. Ze is eveneens vrij van de kerk. De kerk mag nooit over de wetenschap
heersen door haar voor te schrijven wat zij heeft te denken. En al schuilt daar het gevaar
in dat zij van de wetenschap schade zal lijden, zij moet haar grenzen kennen. Een kerk
die geestelijk waakzaam blijft zal van wetenschap trouwens niets te duchten hebben. Zij
kan er vrijmoedig zelf op aandringen, 'dat de wetenschap, zonder ooit slavinne te wor-
den, de haar toekomende soevereiniteit op eigen erf handhave en leve bij de gratie Gods'.
Op grond van de soevereiniteitsgedachte vragen nu ook de gereformeerden voor hun
eigen beginsel soevereiniteit in eigen wetenschappelijke kring. Zij moeten apart staan,
omdat zij zich baseren op 'het geloof aan den Woorde Gods, objectief onfeilbaar in de
Schrift en subjectief ons door den Heiligen Geest geboden'. Zij gaan dus uit van een ge-
loof, maar dat doet alle wetenschap. 'Ge steunt op God, ge gaat uit van uw ik, of houdt
vast aan uw ideaal. De mensch die niets gelooft, bestaat niet. Althans wie niets had, dat
onmiddellijk voor hem vaststond, kon geen aanvang zelfs voor zijn denken vinden; en
hoe zou den man, wiens denken elk aanvangspunt mist, ooit wetenschappelijk onderzoe-
ken?' Wat Kuyper hier zegt is het eigenlijke kernpunt van zijn rede: alle wetenschap gaat
uit van geloof Zolang als de Vrije Universiteit bedoelde christelijke wetenschap te be-
drijven, heeft zij haar zelfstandig bestaan op deze gedachte gegrond.
Typerend voor Kuypers omgang met zijn publiek is het, dat pas ergens middenin
antwoord komt op de vraag op welk fundament deze soevereiniteitsleer is gebouwd. Wie
dat weten wil, zegt Kuyper, 'dien wil ik gebeden hebben, allereerst het organisch ge-
loofsbeginsel der Schrift in zijn diepte te peilen; en voorts op het Hebronsche stamedict
ALLEEN OP WEG 1880 1905 33
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's