Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 295
De Vrije Universiteit 1880-2005
1 Opbouw vanaf de basis. Het zwaartepunt van de universitaire autonomie ligt op het
niveau van het dagelijks werk.
2 Alle geledingen hebben medebeslissingsrecht op alle niveaus. Naast de vier universi-
taire is er een vijfde geleding van vertegenwoordigers van de maatschappij.
3 Universitaire democratie is vertegenwoordigend, niet direct. Ze gaat niet uit van het
beginsel one man, one vote.
4 Zoveel mogelijk moet gestreefd worden naar openbaarheid, zowel voor de stukken als
voor de vergaderingen.
5 Eenheid van bestuur is nodig, dus komt er een sterk bestuur aan de top, bestaande uit
een benoemd College van Bestuur en een gekozen Universiteitsraad.
6 Besturen is een volledige dagtaak, ook op de lagere niveaus.
De eerste vier punten hadden betrekking op de democratisering, de beide laatste op de
doelmatigheid. Het een had volgens Veringa met het ander te maken, omdat verruimde
participatie in het bestuur de doelmatigheid bevorderen zou.3^ Dit werden dan ook de
uitgangspunten van de begin 1970 ingediende en in december aan genomen Wet Uni-
versitaire Bestuurshervorming, in het dagelijks spraakgebruik meestal betiteld als de
WUB. Het toenmalige kabinet stond onder leiding van de katholieke premier P.J.S. de
Jong, en steunde op de combinatie van confessionelen en liberalen. Met hun steun werd
de wet aangenomen, hoewel ze eigenlijk meer uitdrukking gaf aan de verlangens van de
linkerzijde. De oppositie stemde unaniem tegen,^3 omdat zij enkele stappen verder wil-
de gaan. PvdA en D66 vonden beide, dat democratisering voorrang moest hebben boven
doelmatigheid. Gezag kon in deze tijd niet meer voortvloeien uit een gegeven positie,
maar moest permanent waargemaakt worden om aanvaardbaar te zijn.3+ Daarom diende
het College van Bestuur ondergeschikt te worden aan de Universiteitsraad, die bevoegd
moest zijn de leden van het college te kiezen. Zover wilde Veringa niet gaan. In zijn wet
bleven de twee instanties naast elkaar staan, in een niet altijd even heldere verhouding.
Hij zag daar misschien ook geen bezwaar in, omdat in zijn constructie het zwaartepunt
immers aan de basis lag. De taak van het algemene universiteitsbestuur kon daarom be-
perkt blijven.35 Dat verdroeg zich weer niet goed met het uitgangspunt van sterk en
eensgezind bestuur. Uiteindelijk zou de wet na veel schade en schande aan haar eigen
constructiefouten bezwijken.
Voor de bijzondere instellingen was de wet geen vaste regel, wel een richtsnoer. De
Vrije Universiteit kreeg enige ruimte zelfde meest gewenste bestuursvorm te kiezen. Zij
zou zich daarbij echter wel zoveel mogelijk baseren op de wet, tenzij haar eigen aard zich
daartegen verzette. Die bepaling zou in de loop van de komende jaren nog aanleiding
worden voor de nodige bestuurlijke zorgen.
IN DE SCHADUW VAN MARX 1969 1980 291
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
![Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 295](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-hoeksteen-in-het-verzuild-bestel-de-vrije-universiteit-1880-2005/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's