Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 97
De Vrije Universiteit 1880-2005
teuren het laatste woord. Zij onthielden zich van een nadere uitspraak, waarmee de sta
tus quo gehandhaafd bleef De zaak verloor iets van haar scherpte toen in 1920 de effec
tus civilis verbonden werd aan het doctoraal examen, zodat promotie niet langer nood
zakelijk was. "59
De gereformeerde beginselen bleven dus bepalend voor het onderwijs. Opmerkelijk
is echter dat men in deze jaren stemmen kan vernemen die wel niet pleiten voor verbre
ding, maar toch voor diversiteit. Al staan de gereformeerde beginselen vast, betoogde
R.H. Woltjer in de jaarvergadering van 1913, dan kan daaruit niet meteen een systeem
worden afgeleid dat voor alle tijden geldig is. Resultaten van wetenschap zijn aan veran
dering onderhevig. De uitkomsten van het onderzoek moeten steeds getoetst worden
aan gewijzigde inzichten en nieuwe ontdekkingen. Ook bij Calvijn, bij Groen en bij 'on
ze eigen voormannen' moeten we het blijvende onderscheiden van het vergankelijke.*
Acht jaar later merkte hij nadrukkelijk op dat in zulke kwesties 'bij overigens gelijk
standpunt wat grondbeginsel aangaat, verschil van gevoelen niet altijd is uitgesloten'.'*'
Ja, zo werkt wetenschap. Ook de toen pas overleden stichter van de Vrije Universiteit
zou deze woorden hebben onderschreven. Maar hij heeft er niet naar gehandeld. De
Vrije Universiteit van Abraham Kuyper zocht haar kracht niet in verscheidenheid. De
stellingen van Woltjer kunnen daarom een aanwijzing zijn dat het wetenschappelijk kli
maat veranderde. Geesink wijdde in 1919 zijn rectorale rede aan het onderwerp 'Reli
gieus eclecticisme'. Hij zocht daarmee aansluiting aan de actualiteit, zoals H.H. Kuyper
tien jaar later uitsprak aan Geesinks graf 'toen een geest van eclecticisme ook in onzen
kring begon door te dringen, heeft hij in zijn laatste rectorale oratie daartegen met na
druk gewaarschuwd'.'*^ Wij herkennen het thema: erven of lenen. Maar om precies te
begrijpen wat Geesink en Kuyper bedoelden moeten we nu onze aandacht richten op de
faculteiten.
THEOLOGIE
Abraham Kuyper keerde na zijn ministerschap niet terug aan de Vrije Universiteit. Zijn
nonactiviteit werd verlengd tot het ingaan van zijn emeritaat'*^^ dat in 1908 een feit
werd. Tot zijn overlijden in 1920 bleef hij wel in pers en partij een steeds meer omstre
den directie voeren over gereformeerd Nederland, maar zijn jaren als hoogleraar waren
definitief ten einde. Biesterveld stierfin 1908, Rutgers ging in 1910 met emeritaat. Ba
vinck werd de gezichtsbepalende figuur. Naast hem stonden Geesink en H.H. Kuyper,
sinds 1912 ook de jongeren Grosheide en Sillevis Smitt. Laatstgenoemde stierfin 1918.
Aalders zou in 1920 zijn opvolger worden. Ten slotte trad in 1922 V. Hepp tot de facul
teit toe, na het overlijden van Bavinck.
Al deze hoogleraren waren belijdend lid van de gereformeerde kerken. In 1908 werd
dat een voorwaarde voor benoeming, op grond van een in dat jaar gesloten contract. De
theologische faculteit mocht predikanten opleiden voor de Gereformeerde Kerken in
ERVEN OF LENEN 1905 1926 93
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's