GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 219

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 219

De Vrije Universiteit 1880-2005

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

had moeten komen'.59 Buitendijk had iets kunnen inbrengen dat aan de sterk historisch

georiënteerde sectie Nederlands ontbrak. Hij zag het als taak van de faculteit, gedegen

principiële voorlichting te geven op het hele terrein van de moderne kunsten, opdat de

gereformeerden eindelijk ook op dit gebied zouden gaan meetellen.59'

De filosofie kwam boven reeds aan bod. De psychologen ten slotte stonden op de

tweesprong. Jongere medewerkers vroegen zich af of Waterinks intuïtieve methode niet

vervangen zou moeten worden door een empirisch wetenschappelijke aanpak, die ruim-

te liet voor controle en kritiek.59^ Toen P.J.D. Drenth in 1952 de studie begon, was hij zo

onvoldaan over het zijns inziens veel te lichte programma, dat hij zelf zijn pakket aan-

zienlijk verzwaarde met een flinke portie wiskunde en statistiek.593 Met A. Kuypers

kreeg Waterink in 1952 nog een collega die in zijn stijl werkte en bekend geworden was

door zijn handboek voor christelijke ouders. De ziel van het kind, dat vier drukken beleef-

de. Maar Kuypers behoorde tot Waterinks eigen generatie. De toekomst was aan jeug-

diger krachten als G. Wielenga en H.R. Wijngaarden. Zij zouden van de psychologie een

empirisch georiënteerde wetenschap maken. Maar vooral Wijngaarden sprak ook een

andere taal dan de pastorale Waterink. In een spreekbeurt verklaarde hij, 'dat tegen het

geslachtelijk verkeer tussen verloofden niet zozeer bezwaar was op ethische dan wel op

sociale gronden'. Directeuren verklaarden zonder reserve dat Wijngaarden daarmee het

aanzien van de Vrije Universiteit had geschaad.594 Ze wisten niet wat de onstuimige ja-

ren zestig nog brengen zouden.

Als volslagen nieuwelinge was er ten slotte nog de economische faculteit. Ze startte

wat moeizaam, want de personen bleken niet zo gemakkelijk te vinden. Pas in 1948 kon

het onderwijs beginnen, met de hoogleraren F.L. van Muiswinkel, Z.W. Sneller en

J. Zijlstra.595 Sneller was hoogleraar in de economische geschiedenis geweest aan de Rot-

terdamse hogeschool, en had altijd gehoopt nog eens aan een universiteit te mogen

werken. Hij heeft zijn eigen kandidatuur dan ook nadrukkelijk gesteld, maar bleek in-

derdaad de rechte man op deze plaats. Met zijn wilskracht, zijn ijver en zijn organisatie-

talent toverde hij uit het niets een faculteit te voorschijn596^ hoewel hij zijn gezonde jaren

eigenlijk al achter de rug had. In 1950 is hij overleden. Zijlstra zag in Snellers komst naar

Amsterdam hogere leiding. 'Het is - met alle eerbied gesproken - alsof God hem ons nog

enkele jaren heeft uitgeleend voor het volvoeren van een speciale opdracht.'597

Wie zo spreekt over een economische faculteit moet de daar verrichte arbeid als een

christelijke roeping beschouwen. Economische wetenschap vond meer dan ooit uit-

drukking in politiek beleid, en raakte daarmee heel direct principiële vraagstukken. De

vu-economen Zijlstra en De Roos gaven dan niet altijd antwoorden die overeenkwamen

met het gangbare antirevolutionaire standpunt. Het kostte de vu-vereniging wel eens le-

den die niet bereid waren steun te geven aan de 'rode faculteit'.59** Ook de besturende

colleges bewaarden afstand. Directeur J. Wilschut had Zijlstra horen spreken over het

neoliberalisme. De hoogleraar zei bij die gelegenheid, dat de vraag naar de grenzen tus-

sen staat en maatschappij een kwestie was van utiliteit, niet van beginsel. De leer van de

CHRISTELIJKE WETENSCHAP 1926-1955 215

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 219

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's