Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 83
t
van een redelijk evenwichtige verhouding tussen de aantallen studenten geologie
en fysische geografie Vanaf 1973 veranderde die verhouding, met name als gevolg
van de maatregelen van de plaatsingscommissie fysische geografie In de tweede
helft van de jaren '70 was de verhouding studenten geologie/fysische geografie
geëvolueerd tot globaal 1 1 7 Bij nogal wat studenten die een keuze voor de fysi-
sche geografie hadden gemaakt was een belangrijke overweging dat zij, hoewel
natuurwetenschappelijk geïnteresseerd, weinig directe affiniteit hadden met de
wiskunde, de natuurkunde en de scheikunde Nadat zij, veelal met zonder moeite,
de wiskunde, scheikunde en statistiek van het kandidaatsprogramma hadden vol-
tooid, koos het merendeel van de fysisch-geografische studenten voor de fysisch-
mathematisch minder veeleisende doctoraalstudie binnen de vakgroep Kwartair
geologie-laaglandgenese (K/L) Het aantal studenten dat desondanks opteerde
voor de moeilijke hydrologische specialisatierichting was overigens met onaan-
zienlijk Tegen het eind van de jaren '70 begon de instroom bij fysische geografie
aan de VU af te nemen Enerzijds vanwege het teruglopende economische tij en de
verslechterende arbeidsmarkt, anderzijds omdat Utrecht steeds meer 1" keuze stu-
denten ging opnemen, waardoor de overflow \t\d. de plaatsingscommissie opdroog-
de Gezien de interne patronen binnen de VU betekende dat primair een afname
van het aantal doctoraalstudenten bij de vakgroep K/L
Ten opzichte van 1972 leidden de boven beschreven ontwikkelingen alles bijeen
tot m 1982 aanzienlijk gewijzigde krachtsverhoudingen
- De vakgroep EPM zag in de loop van de jaren '70 een stijgende lijn m
een neerwaartse ombuigen In de tweede helft van de jaren '70 was het
zenit bereikt De vakgroepmedewerkers blaken in die fase nog van zelf
vertrouwen De na het vertrek van Uytenbogaardt (1/1/77) vooralsnog
"platte vakgroep is zich bewust van eigen kwaliteiten en voelt zich tot
veel m staat In 1982 echter is de positie van de vakgroep, ondanks de
benoeming van Touret (1980) en de aanwezige wetenschappelijke kwali
teit, duidelijk verzwakt Studenten keren zich, vooral vanwege de ontwik
keling van de mariene geologie, massaal van de vakgroep af en econo-
misch loopt de relevantie van de ertsexploratie snel terug Maar ook de
onderlinge verhoudingen tussen de zittende vakgroepmedewerkers zijn
er inmiddels niet beter op geworden In wetenschappelijke zin verschaft
de door Touret geïntroduceerde studie van fluid inclusions de vakgroep
internationaal al spoedig meer aanzien dan ooit tevoren Maar van wat m
de jaren '60 en '70 werd opgebouwd blijft steeds minder over De ont-
wikkelingen doen het zelfvertrouwen van de vakgroep als geheel geen
goed
- De vakgroep Kwartairgeologie Laaglandmorfogenese is eind 1982 binnen
de VSF nog steeds de grootste Ook K/L is m kwantitatieve zin echter
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's