Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 67
meteorologie zullen een positie krijgen als dienstverlenende richtingen - met
beperkt onderzoek - ten behoeve van respectievelijk enerzijds de algemene geolo-
gie en de Kw^artairgeologie en anderzijds de algemene fysische geografie en de
hydro(geo)logie.
Met het aanvaarden van deze beleidsnota gaan de VSF haar eigen weg en dat
maakt eens te meer duidelijk dat de door de WR gewenste realisering van de com-
plementaire UvA-VU samenwerking per september 1973 illusoir is. De VSF-positie
w o r d t gesteund door het College van Bestuur dat medio 1973, buiten de WR o m ,
bij wijze van voorschot op de landelijke toewijzing 3 formatieplaatsen voor weten-
schappelijk personeel geologie aan de VSF t o e k e n t " . Tegelijkertijd werkt het CvB
mee aan het op gang brengen van een nieuwe overlegronde met de UvA, gericht
op het effectueren van de beoogde UvA-VU samenwerking met ingang van het
studiejaar 1974/75 Daartoe stellen de beide subfaculteitsbesturen, naar aanleiding
van een nota van de hand van Egeler, een commissie m die de beleidsdoelen op
korte en middellange termijn moeten definiƫren. Voorzitter is Egeler, Breimer en
Westra vertegenwoordigen de VU, Van Harten en Rondeel de UvA. Door onder-
scheid te maken tussen de korte en de middellange termijn wordt aan de UvA-sub-
faculteit ruimte geboden om concessies te overwegen die geen directe implicaties
hebben voor het zittende personeel. Ook het feit dat de hoogleraar in de paleonto-
logie aan de UvA, MacGillavry, uiterlijk in 1978 zal emeriteren speelt hierbij een
rol. Voor de VSF biedt een en ander het perspectief dat mogelijk op termijn een 65
volledige ontwikkeling (inclusief leerstoel) op het terrein van de paleontologie
gerealiseerd kan worden
In het najaar van 1973 opteert de vakgroep Paleontologie alsnog voor een volwaar-
dige positie binnen het VSF-bestel, met een onderwijs/onderzoek taak m het kader
van een 5-jarige wetenschappelijke opleiding. Men is daarbij tot de conclusie geko-
men dat de bijbehorende leerstoel, gezien enerzijds de wetenschappelijke ontwik-
kelingen en de daarmee samenhangende belangstelling van de studenten en
anderzijds de noodzakelijke stratigrafisch-paleontologische samenwerking met de
UvA, een micro- of nano-paleontologische signatuur zal moeten hebben. Tevens
dient naar het oordeel van de vakgroep, gezien de personele situatie, de toelating
van studenten tot de vakgroep vooralsnog opgeschort te worden. Met deze positie-
bepaling neemt de vakgroep impliciet afstand van het streven van het subfacul-
teitsbestuur (i.c. Wiggers) om het te verwerven ordinariaat paleontologie door
Breimer, macropaleontoloog, te doen vervullen.
Het IS waarschijnlijk dat deze implicatie voor Breimer persoonlijk een opluch-
ting betekende. Hij had de politiek van Wiggers loyaal gesteund maar had er,
qua karakter en ook in verband met gezondheidsproblemen, absoluut geen
behoefte aan zich vechtenderwijs een hoogleraarspositie te verwerven. In het
voorjaar van 1973 had hij w de, grotendeels van zijn hand afkomstige, sub
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's