GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 156

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 156

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

152 IV Consolidatie en kritiek (i()4j-ip64)

huisde het gezin met zeven kinderen naar Apeldoorn. Omdat Sytse predikant wilde

worden, viel de keus om verder te studeren op het Apeldoorns Stedelijk Gymnasi-

um, waar een begin van zijn belangstelling voor de filosofie werd gewekt door zijn

docent Nederlands en geschiedenis, dr. G.S. Overdiep, die later hoogleraar in Gro-

ningen zou worden. Na het eindexamen in 1925 koos hij voor de Vrije Universiteit

om theologie te gaan studeren. Hij volgde de colleges dogmatiek van Hepp en werd

er zich van bewust dat de theologische stellingnames van deze docent, ook van de

theologie als wetenschap, uitgingen van bepaalde filosofische vooronderstellingen.

De colleges van Pos over Augustinus vond hij zo boeiend dat hij meer colleges van

hem ging volgen. Hij vond Pos als docent voortreffelijk en als filosoof zo indruk-

wekkend dat hij in de filosofie verder wilde.

Zuidema was tweedejaars student toen Vollenhoven in 192e tot hoogleraar werd

benoemd. De existentiële betrokkenheid bij filosofische problemen die hij bij Pos

miste, kwam naar zijn indruk bij Vollenhoven duidelijk naar voren, zowel in zijn

analyses van de theorieën van diverse filosofen als in zijn uiteenzetting van een filo-

sofische visie op grond van de christelijke levens- en wereldbeschouwing. Al in zijn

tweede studiejaar ontstond bij Zuidema het plan om een proefschrift te schrijven

over de veertiende-eeuwse filosoof Willem van Ockham. Hij wilde onderzoeken

of deze criticus van de katholieke kerk en theologie een voorloper was geweest van

Luther die zichzelf ockhamist had genoemd. Hij zou dat onderwerp niet loslaten en

er inderdaad tien jaar later op promoveren.

Na het kandidaatsexamen theologie in 1930 ging hij verder met de filosofiestudie.

Prioriteiten kiest men echter niet altijd zelf: soms worden ze gesteld en niet altijd

tegen wil en dank. In 1931 trouwde hij met Froukje Buwalda uit Leeuwarden, een

zuster van zijn vriend Douwe J. Buwalda die aan de Vrije Universiteit klassieke ta-

len studeerde. Om in hun onderhoud te voorzien was het tijd om predikant te wor-

den. Vanwege de economische crisis en de massale werkloosheid in de jaren dertig,

was het aantal vrijkomende predikantsplaatsen echter schaars. Maar het lukte en in

hetzelfde jaar van zijn huwelijk werd hij predikant in Anna Paulownapolder, waar

hij voldoende tijd wist vrij te maken voor zijn doctoraalexamen filosofie en zijn

Ockhamonderzoek.

In 193 5 kreeg hij een beroep van de Gereformeerde Kerk van Delft om als zende-

ling te worden uitgezonden naar Midden-Java. Dit beroep kwam als een verrassing,

omdat het niet met hem was voorbereid. Het zette hem aan het denken en hoe langer

hij erover nadacht des te meer kwam hij tot het inzicht dat hij er niet omheen kon.

Hij beschouwde dit beroep als een aanwijzing van God - hij voelde zich geroepen

en zijn vrouw deelde zijn gevoelen. In dat jaar beëindigde hij zijn predikantschap in

Anna Paulownapolder en verhuisde naar Haarlem, dicht bij de Zendingsschool van

de Nederlandse Hervormde Kerk in Oegstgeest, waar hij Javaans ging studeren en

kennis opdeed van de samenleving op Java en haar geschiedenis. Met zijn vrouw be-

reidde hij zich voor op een langdurig verblijf in Indië.

Intussen had hij zijn proefschrift voltooid: De philosophic van Occam in zijn com-

mentaar op de Sententiën - twee dikke delen, het eerste deel was zijn proefschrift,

het tweede deel bestond uit citaten van Ockham. In 1936 volgde zijn promotie.

Interessant in die tijd was stelling XIV die hij aan zijn proefschrift had toege-

voegd: 'De onverzoenlijke tegenstelling tusschen christelijke en nationaal-socia-

listische wereldbeschouwing brengt ook voor de kerkelijke individuele tucht haar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 156

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's