GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 147

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 147

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

4 Vollenhoven in de schaduw van kritiek 143

motief van zijn denken en een niet-christelijk grondmotief van het denken van

anderen. Deze rehgieuze antithese was dan echter het resultaat van een transcenden-

taal filosofisch onderzoek - niet het begin ervan. Elke filosofische communicatie

wordt belemmerd, indien men met het stellen van een religieuze antithese begint. In-

dien Dooyeweerd in de discussie met Van Peursen had erkend dat in een filosofische

communicatie een suspensie of opschorting van religieuze vooroordelen in acht be-

hoort te worden genomen, dan had hun discussie vruchtbaarder kunnen verlopen.

Dooyeweerd en Van Peursen bleven verschillende visies op de antithese houden en

zij zouden, ook in latere discussies, geen stap dichter bij elkaar komen."'

D o o y e w e e r d was weliswaar van mening dat Van Peursen de 'meest inhoudrijke cri-

tiek op de W.d.W. [wijsbegeerte der wetsidee] levert, die tot nu toe onder mijn aan-

dacht gekomen is','* maar hij t o o n d e weinig openheid om met Van Peursen mee te

denken en zijn eigen filosofie onder kritiek te stellen. Hij had Van Peursens vragen

en argumenten binnen zijn eigen filosofisch denkkader behandeld. Regelmatig had

hij opgemerkt dat Van Peursen hem niet goed had begrepen, niet diep genoeg in zijn

filosofie was doorgedrongen, ongerijmdheden had gedebiteerd en zich op misver-

standen had gebaseerd. Geen w o n d e r dat Van Peursen in zijn dupliek opmerkte:

'kan de critiek van een "buitenstaander", die toch de W.d.W. recht tracht te doen, er

zich niet voor wil toesluiten, nimmer ter zake zijn en moet men op de fundamentele

p u n t e n aanhanger zijn voordat men critiek kan geven?'"'

O n d a n k s alle verschillen, bleven D o o y e w e e r d en Van Peursen als goede vrien-

den met elkaar omgaan. Als geleerden hadden zij respect voor elkaar. N a d a t Van

Peursen in 1963 was benoemd tot hoogleraar aan de Vrije Universiteit zetten zij

h u n debatten voort in aanwezigheid van studenten en collega's. D o o y e w e e r d - seig-

neuraal in zijn optreden en enigszins breedsprakig - k o n zeer besliste uitspraken

doen, terwijl Van Peursen - enigszins gereserveerd en afwachtend - in doorgaans

bondige formuleringen de centrale gesprekonderwerpen vasthield, zijn kritische

vragen stelde en de grenzen van de discussie aangaf. H u n gesprekken hadden iets

voornaams en verliepen in een sfeer van rust, ernst en wederzijdse welwillendheid.'"

4 Vollenhoven in de s c h a d u w v a n kritiek

In de jaren dertig was Vollenhoven begonnen aan een prestigieus project over de ge-

schiedenis van de filosofie. Tijdens en na de oorlog had hij zijn onderzoek voortge-

17 Zie interview met Dooyeweerd en Van Peursen, in Puchinger, h de gereformeerde wereld veranderde^ pp.

94-98.

18 Dooyeweerd, 'Van Peursen's critische vragen', p. 98.

19 Van Peursen, 'Antwoord aan Dooyeweerd', p. 189. Dat Van Peursen niet tevreden was met Dooyeweerds

antwoord is niet bevreemdend, indien men let op wat prof.dr. K.J. Popma. bijzonder hoogleraar calvinistische

wijsbegeerte in Groningen, reeds in 1949 aan Dooyeweerd had geschreven: 'Ik weet, dat U niemand Uw opvat-

tingen wilt opdringen, maar ik weet ook, dat in een debat niemand tegen U op kan, zodat U zelf niet bemerkt

dat de bezwaren die worden aangevoerd wel worden beantwoord, maar nooit weerlegd'. Geciteerd uit Verburg,

Herman Dooyeweerd, p. 308.

20 De blijvende waardering die Van Peursen voor Dooyeweerds persoon en werk had, bleek ook uit zijn re-

feraat op het symposium ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Dooyeweerd in 1994; zie Van

Peursen, 'Dooyeweerd en de wetenschappelijke discussie', pp. 79-94.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 147

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's