GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 467

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 467

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

4 Medische filosofie en ethiek 463

bedoeling dat hij in beide faculteiten zou worden benoemd, maar het bestuur van

de Vereniging voor Christelijk Wetenschappelijk Onderwijs maakte in het benoe-

mingsbesluit geen melding van een dubbele benoeming; in dit besluit werd slechts

vermeld 'werkzaam bij de Faculteit der geneeskunde'.''* Van Leeuwen hield zich aan

de formulering van het benoemingsbesluit en vermeldde op de titelpagina van zijn in-

augurele rede, Niets menselijks is ons vreemd: 'Rede uitgesproken bij het aanvaarden

van het ambt van hoogleraar in de filosofie en medische ethiek aan de faculteit der ge-

neeskunde'. Dat hij o o k was benoemd in de Faculteit der Wijsbegeerte - conform het

besluit van de faculteitsraad en met instemming van het college van bestuur - , blijkt

aan het eind van zijn rede wanneer hij tegen zijn collega's in de deze faculteit zegt:

'Het is mij een vreugde weer in u w midden terug te keren door mijn benoeming'.*'

In zijn rede confronteerde Van Leeuwen zijn toehoorders met het feit dat de gezond-

heidszorg was veranderd van een discipline die werd gekenmerkt door collegialiteit,

professionele training en een eigen ethische code in een organisatie die de zorg voor

burgers regelt op grond van planning, management en bureaucratie. De gezond-

heidszorg was een kwestie van overheidsbeleid geworden, waarvan morele regels een

onderdeel zijn. Vandaar dat hij in zijn rede twee vragen centraal stelde: 'Kan de medi-

sche ethiek zich in dat kader wel handhaven als zelfstandige discipline? Of zullen de

politiek, de economie en het recht de morele oordeelsvorming gaan overschaduwen?'*'^

Vervolgens betoogde hij dat het toeschrijven van verantwoordelijkheid aan de arts,

de patiënt en andere direct betrokkenen weliswaar past in een moreel beleidskader,

maar niet automatisch een goede handelwijze impliceert. Om die te kunnen bepalen

moet de ethiek onderzoek doen naar de waarden en normen die bij een morele be-

oordeling aan de orde komen. Dit is een interdisciplinair onderzoek waarin ethici,

vertegenwoordigers van diverse medische disciplines, juristen en eventueel andere

deskundigen participeren ten dienste van de humaniteit van de zorg.*'

De oordeelsvorming die op grond van een beleidsgerichte ethiek tot stand komt,

heeft doorgaans een analytisch, argumentatief en overwegend utilitaristisch karakter.

Zo komt men op grond van 'formele rechten en plichten' tot morele oordelen over de

vraag of handelingen aanvaardbaar dan wel toelaatbaar zijn, maar zonder daarmee de

vraag te beantwoorden of handelingen (inhoudelijk moreel) goed of kwaad zijn. Hoe

sterk de procedure van de morele oordeelsvorming ook moge zijn, haar zwakte ligt

volgens Van Leeuwen in het onbeantwoord blijven van de laatstgenoemde vraag om-

trent een inhoudelijke morele beoordeling. Een andere vraag in dit verband is in hoe-

verre er een verlies ontstaat van een onafhankelijk-kritische opstelling van ethici. In

de loop van zijn rede ontwikkelde Van Leeuwen zijn visie op de medische ethiek als

wetenschappelijke discipline, waarin drie niveaus van oriëntatie zijn te onderschei-

den: de waardenoriëntatie van de maatschappij (vastgelegd in wetgeving inzake mo-

rele plichten en rechten), de waardenoriëntatie gerelateerd aan de ontwikkeling van

medische kennis en technologie, en de waardenoriëntatie en morele bindingen van

mensen.^'

m Archiefbureau voor personeelsdossiers.

84 Zie bericht (van 3 oktober 1994) van het benoemingsbesluit.

85 'Va.nhceuwen, Niets menselijks ts ons vreemd, p 25.

86 Van Leeuwen, Niets menselijks is ons vreemd, p. é.

87 Van Leeuwen, Niets menselijks is ons vreemd, p. 7.

88 Van Leeuwen, Niets menselijks is ons vreemd, p. 9.

89 Van Leeuwen, Niets menselijks is ons vreemd, p. 21.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 467

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's