GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Duitsche Nationaal-socialisme.

I.

Christelijke politiek in Duitscbland.

Het is niet zoo gemakkelijk voor een buiten- Ktaander om zich goed in te leven in 't politieke leven van een ander land, en zich daarover een oordeel te vormen. Al heeft men dat ook nog zoo nauwkeurig gevolgd, men zal toch meermalen tot de ontdekking komen, dat men liier of daar de dingen verkeerd heeft beoordeeld en niet zuiver gezien.

Zoo is het ook, wanneer we thans in enkele artikelen een en ander willen zeggen over de ontwikkeling der Duilsclie poütiek, eai daarin dan ook met name betreldcen wat er gebeurd is in de laatste jaren.

Nu is ongetwijfeld met name in dezen tijd de ontwikkeling van de politiek in het Duitsche rijk ook voor ons land van het hoogste belang, en we willen daarom trachten, den indruk weer te geven, die deze op ons heeft gemaakt, voorzoover we die hebben kunnen volgen.

We gaan daarbij niet zoo heel ver terug, daar de laatste tijd de meest belangrijke is, en ook voor de ontwilikeling van het politieke leven len onzent van de grootste beteekenis; en dat vooral, daai- er een beweging is, die gaarne zou zien, dat het hier liep, zooals het — men zou zeggen: ter onzaliger ure — in Duitsclüand ook is gegaan.

Van gelijkheid in ontwikkeling kan niettemin geen sprake wezen.

V^ant het staat toch wel vast, dat de Duitsche politiek steeds heel anders getint was, dan de onze. Men heeft daar nooit gekend, of slechts bij uitzondering, een principle e Ie politiek. Men liet zich leiden door economische belangen, en die gaven den doorslag in den regel voor het behooren tot een politieke partij. Een uitgesproken Christelijke politiek, zooals wij die kennen, bestond er niet, afgezien van het Centrum (de Roomschen), en in tateren tijd de ChrisbeUjk-sociale Volksdienst. Het meerendeel ging echter van het standpunt uit: Christendom en politieke partijen hebben niets met elkaar te maken! Een politieke partij moet niet „christelijk" zijn! Elk Christen moet zicli maar bij die partij, aansluiten, die hem het beste toelijkt, en dan moet hij maar trachten om daarin zooveel mogeUjk zijn christelijk beginsel naar voren te brengen ©n in die partij te doen doorwerken.

Er is echter in den lateren tijd een partij opgekomen, die in dat opzicht andere idealen nastreefde, en die in de politiek als partij positief Christelijk wilde zijn, en in het parlement de christelijke beginselen laten hooren. Dat was de zich noemende Christelijke Volksdienst.

De Volksdienst had reeds «enigen tijd bestaan, maar een kwijnend leven geleid. Maar het scheen zoo omstreeks 1930, dat hij nog een toekomst hebben zou.

Men heeft van den Volksdienst wel eens gesproken als de Duitsche Anti-revolutionaire partij, maar wij gelooven toch niet, dat dit geheel juist is. Ben feit is het, dat wij toentertijd wel met hem in nauw contact hebben gestaan, en dat de toenmalige leider er van hier ook wel eens redevoeringen heeft gehouden, maar we hebben toch steeds den indruk geliregen, dat er aan het principe van den Volksdienst nog wel een en ander ontbrak.

Opmerkelijk is het ook, dat de Volksdienstleiders nooit een program van beginselen hebben willen opstellen, dat door de partij als zoodanig werd aanvaard. Zijn we wel ingelicht, dan is daar al en toe wel eens op aangedrongen, maar is dat bewust en opzettelijk afgewezen. Men wilde een „beweging" zijn zonder oen vast politiek program van beginselen, en ook den naam van „partij" feitelijk niet dragen.

Het hart van deze „beweging" klopte in het Piëtistisch getinte Zuid-Duitschland, in de buurt van Stuttgart. Misschien is die Piëtistische inslag bij vele vooraanstaande leiders ook voor een deel wel de reden geweest, dat men zoo weinig principieel optrad. Mogelijk heeft men ook wel gedacht, dat men op die manier meer aanhangers krijgen zou, dan wanneer men weer als een nieuwe politieke partij op den voorgrond trad naast de vele, die al bestontten.

De zeer zwakke „beweging" kreeg echter ©en nieuwen en onverwacliten steun, toen ©en deel van de Duitsch-nationale afgevaardigden van den Rijksdag, die den partijdwang moede waren, onder leiding van Dr Reinhard Mumm zich bij den Volksdienst aansloten. De samensmelting van die twee groepen bracht mee, dat de beweging ook een ©enigszins gewijzigden naam kreeg, n.l. dien van „Christelijk sociale Volksdienst". Leider was de heer Simpfendörfer; de heer Mumm nam echter een belangrijke plaats in de partij in, en heeft, niet zoo heel lang voor haar einde gekomen was, nog een boek geschreven over de Christelijk sociale beweging vanaf ongeveer 1900. Mumm was in 1932 gestorven en kort na zijn dood kwam het boek uit.

Een tijdlang heeft de Volksdienst in het parlement een gewichtige en zeer verantwoordeUjke plaats ingenomen, al was hij maar zeer klein. Dat was zoo, toen het aan hem lag, of het kabinet- Brüning zou staan of vallen. De Volksdienst heeft toen Brüning gesteund, en er zoo aan meegewerkt, dat ook de Socialisten deel van de regeering bleven uitmaken. Velen in Duitschland, die van christelijken huize waren, hebben dat niet kimnen begrijpen, en zich voor ©en deel daarom van den Volksdienst afgekeerd en zich aangesloten bij de Nationaal-socialisten, die toen aan het opkomen , waren.

Uit de geschriften van den Volksdienst blijkt, dat men voor die houding toch wel zijn gronden heeft gehad, en wel voornamelijk deze, dat men zoo de Socialisten in bedwang wilde houden. Die waren nu als regeeringspartij wel genoodzaakt zich zeer te matigen in hun radicale aspiraties. Men kan er over verschillen, of die tactiek verstan'dig geweest is Het is zelfs nu nog zeer moeilijk o.i. om dat te beoordeelen. Misschien ware het beter geweest, dat men Brüning maar had laten vallen. Dan had Bitier toen in plaats van in de oppositie te staan schelden en razen, om zoo zijn partij groot te krijgen, moeten regeeren in samenwerking met anderen, en dan was het met de oppositie uit geweest, en ook met den groei der partij; of hij had kunnen weigeren om de verantwoordelijkheid van een deel der regeering op zich te nemen, en dan zouden velen zich van hem hebben afgewend. Dan was het met de groote vlucht van het hakenkruis gedaan geweest.

De Volksdienst moge idaaraan verkeerd gedaan hebben, en misschien ook nog wel meer fouten gehad hebben, hij had toch naar onze meening den steun verdiend van hen, die inderdaad christelijk wai-en, en het is voor Duitschland te betreuren, dat men, voor een deel op grond van allerlei drogredenen, dien steun onthouden heeft, of ook wel weer onttrokken.

Zoo herinneren we ons in die dagen in een blad van den inmiddels overleden leider van de Duitsche schoolunie. Dr A. Grünweller, van diens eigen hand met betrekking tot den Volksdienst eens de smadelijke uitdrukking te hebben gelezen van „het paddengeschreeuw uit het Zuiden" i). De Volksdienst werd door hem daarbij niet genoemd, maar er kon moeilijk een andere partij mee bedoeld zijn. De gi-olheid der uitdrukking is te verklai-en uit het feit, dat Grünweller toen Nationaalsocialist was geworden, en ook hun terminologie blijkbaar had overgenomen.

Bij elke nieuwe verkiezing, die nu gehouden werd, ging het aantal stemmen van den Volksdienst naar beneden, en in nog sterker mate het getal der afgevaardigden, daar het Duitsche kiesstelsiel h©el anders is, dan het onze. Men kent daar geen zuivere evenredige vertegenwoordiging. ^)

Van veertien afgevaardigden kwam de Volksdienst eerst op zeven, vervolgens op vier. Dat was het begin van het einde. Want de partij van Hitler kreeg bij de laatste verkiezing de absolute meer^ derheid, en met de andere partijen was het toen spoedig gedaan.

Sommige hebben het uiterste gedaan om zich te handhaven. Maar eindeUjk was het zoover, dat ze zich aUe „vrijwillig" ontbonden. iHioe vrijwilhg dat was, kan men nagaan, wanneet* men weet, dat het orgaan van den Volksdienst „Das Volk" een week voor de ontbinding schreef, dat de Volksdienst niet tot zelfontbinding over zou gaan, dan door dw ang.

Met die ontbinding was het ook uit met den Volksdienst, zooals het trouwens met alle partijen gegaan is. En zoo was het ook gedaan met een christelijke politiek. Daarvoor zal daar nu de N.S.D.A.P. wel zorgen met haar „positief Christendom" !

Dien zelfden weg wil hier ook ©en beweging op; precies zooals in Duitschland. Men wil van een specifiek christehjke pohtiek niet weten, maar praat van een „positief Christendom", dat men voorstaat. Maar dat positieve Christendom beteekent de wering van alle Clffistendom uit het politieke en maatschappelijke leven, en zoo men kans zag het te bereiken, zelfs ujit de Kjerk.


1) Die Unkenrufe aus dem Süden.

2) Men moet daar in een district eerst 60000 stemmen hebben. Elke 60000 stemmen geeft recht op een zetel, maar men kan de stemmen van twee districten niet combineeren voor een zetel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1935

De Reformatie | 8 Pagina's