GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Staten-Oollegie te Leiden.

I.

In die tweede helft der 16de eeuw kreeg, door het veld^vinnen der Reformatie, de Gereformeerde Kerk in ons Vaderland langzamerhand vaste gedaante en vorm. Kerkvergaderingen werden gehouden; verordenmgen vastgesteld; hare belangen geregeld. Hoe meer echter de Reformatie toenam^ hoe grooter het gebrek aan behoorlijk onderlegde predikanten werd. Synoden, dassen, consistoriën bestormden den Prins en de Staten met smeekschriften. „Zij mochten toch reegard nemen op den jammerlycken staet der kercke en in nypenden nood voorsien".

D, o Prins hielp. „Reeds lang was hy bedacht geweest om ter bevestiging van de Gereformeerde religie door kundige leeraren binnen Holland en Zeeland eene Hoogeschool op te richten". Doch dit plan kwam eerst tot rijpheid, , , toen Leiden zonder eenig krijgsvolk, in zoo strenge belegering, zich zoo vromelyck had gehouden", en er een nieuwe dageraad voor Holland was aangebroken.

28 December van het jaar 1574 zond hij uit Middel-burg zijn dienaar. Mr Jacob Tayaert, met een brief naar de Staten van Holland, „waarin ihij ben ten ernstigste het belang op het harte drukte om niet slechts ten nutte van den godsdienst, maar ook van de burgerlijke regeering, eene hoogeschool op te richten". Ook gelastte hij dezen gezant zijne bedoelingen nader te ontwikkelen, en boven alle steden Leiden, dat zich door het verduren van een lang en hevig beleg, omtrent de godsdienstige en burgerlijke vrijheid zoo verdienstelijk gemaakt had, als de geschiktste plaats aan te bevelen. 2 Januari 1575 las Paulus Buys de Staten, in hunne vergadering te Delft, '& Prinsen brief voor, en reeds den volgenden dag werd tot de stichting een er hoogeschool besloten en Leiden tot haren zetel gekozen. 8 Februari 1575 werd de Leidsche hoogeschool met grooten luister geopend'. Het Ciiratorium der Hoogeschool bestond uit 7 leden en een secretaris. Drie werden doior de Staten van Holland (oppercurateurs) gekozen, één uit de ridderschap, twee meestal uit burgemeesteren of pensionarissen van de een of andere aanzienlijke Hollandsche stad. Het lid der ridderschap bekleedde het praesidium. De overige leden waren de vier regeerende burgemeesters van Leiden. Curatoren moesten, volgens de Statuten, „zorgen voor 't geen zij in het bijzonder of gezamenlijk met den rector en de assessoren, tot sieraad, vermeerdering en heerlij kmaking der Universiteit en van het Waalsche en (Nedier)duitsche Collegie noodig en oorbaar oordeelden". Leiden had nu een hoogeschool, maar de raocilijkh.eden om haar op gang te brengen waren vele; politieke verwikkelingen werkten daartoe mede; de gehoorzalen der hoogleeraren in de godgeleerdheid „ZOO' die er al waren" bleven ledig. „Alleen voor de Kerlc, ter wier pro f ij te zij hoofdzakelijk was gesticht, was de hoogeschool als niet bestaande". „De Universiteit (klaagden synodeia en dassen) werpt geen vruchten af, beantwoordt niet aan de intentie van den Prins en der Staten". Wel mocht Balthazar Lydius schrijven: „alles is hier te Leiden sober, sober de professoren, sober de studenten". De senaat schreef aan curatoren: „het is tevergeefs gezorgd voor professoren, daar er geen hoop is dat er toehoorders zullen wezen, daar er huidejidaags zoo weinige zijn die zich tot de theologie begeven". De studenten in de theologie hadden niets dan armoede en verachting, geen vereering en staat te verwaditen; vaders en voogden hielden de jongelingen, die neiging tot de studie der godgeleerdheid hadden, daarvan terug, wijl er geen profijt van te verwachten was. Waren er onder de geringeren, die zich tot die studie wenschten te begeven, het ontbrak hun gansche: lijk aan middelen oim op eigen kosten te studeeren.

Curatoren sloegen, zoo'dra de donkere wolken die over stad en hoogesc'hool hingen, zich begonnen te verspreiden, de handen aan het werk. Zij wendden zich tot den Prins en de Staten met dringende bede mede te werken tot de stidittng van een Ciollegium Theologicum, „uyt welken collegie bequame predicanten in alle occurerende behoeften gevonden sullen werden". En niet te vergeefs.

In April 1591 besloten de Staten zulk ©eu collegium te Leiden op te richten; zij beno-emden eenigen uit hun midden „om met cimateuren O'ver de erectie en het onderhoud er van te besoignerem" en gelastten de laatsten „eene ordonnantie op liet collegie te co'ndpiëeren". Stichtingsbrief en instructie werden vastgesteld; het aantal bursalen werd bepaald op 31, en het collegie zou worden bestuurd door een Regent, een Subregent en een Oeconomus, Schaftmeester of Dispensier.

Op voordracht van curatoren werden bienoemd: tot Regent Johannes CuChlinus, predikant te Amsterdam, tot Subregent Petrus Berlins, predikant te Rotterdam en tot Oeconomus Henricus Bredias, buitengewoon hoogleeraar in de rhetorica.

Het Staten-CoUegie werd gesticht in het voormalig Gellebro'ers-k!oosten, gelegen aan de Cellebroersgracht (thans „Kaiserstraat"), Na verschillende verbouwingen, die in de eerste jaren 'ten koste der Statenkas geschiedden, en waarbij enkele deelen van het vroegere klooster voor het collegie in gebruik werden gehouden, vo'ud men daar, om een groo'te binnenplaats, woningen voor den regent, den subregent, den schaftmeester en den gehuwden p'ortier, benevens een ziekenzaal en verscliib lende dienstverlrekken. Voor het onderwijs was er een audito'rium en een algemeene studeei'kamer; voorts voor de bursalen een eetzaal en voor elk hunner een „kamerken".

In October 1592 was de verbouwing in zooverre gereed, dat het collegie in gebruik kon worden geno'men; de Staten verordenden de plechtige inwijding op 6 October van dat jaar, en curatoi'co besloten, „om in soo hoochwightighe saeke, en* daeraen d.ien lande soo veel gelegen was, met go'ed*

omsichiicheyt ende aendacht, 'tselve collegie met soodanighe cieragie ende pracht aentevangen ende inaugureren, als behoorUcken ende voor de christelicke gereformeerde religie niet tot ergernisse soude werden geduyt."

Dit feest moest „christelyk, betamelyk en Gode aengenaem worden gevierd" en op 3 October, den gedenkdag van Leidens verlossing, werd, onder klokgeklep, van de pui van het stadhuis, denvolke het volgende door den stads-secretaris van Hout voorgelezen:

„De Burgemeesieren en Regeerders dezier stadt „Leyden, laaten ©enen yegelycken mitsdeezen wee- „ten, dat op Dynsdaghe eerstcomende, dewelke „wesen zal den sesten deezer loqpende maent van „October, smorghens ten negen uyren in den Uni- „versiteyl alhier, het Collegie der Theologiën, by „de Heeren Staten van Hollant alhier opgherecht, „op, enbaerlyken sal werden aengevanghen, begonst „ende geinaugureert: ten eynde olck eenen die „'taengaet, hem daerby moch laten vinden. Ende „dat sy, omm, e 'tselve te bequaemier te wege te „brenghen, den voornoemden sesten geordonneert „h, ebben, gelyck sy ordonneren mits desen, tot „eenen Vierdach; eenen yegelicken bevelende hem „alsdan van alle uyterlicke hantwercken af te „houden; mer alsoo ten selven daghen voor de „middage predication sullen werden gedaen, 'smor- „gens ten acht uyren beginnende, tot sodanigen „plaetsen als men des sonnendachs ghewoon is te „doen, begeeren ende vermanen elck eenen hem „daertoe ernstelicken end© met ©©ndracht te be- „geeven, ende God Almachtich (als den eenigen „Gever alles goeds) vuyrichlicken aen te roepen „ende te bidden^ dat Hem gelieve Synen Godde- ), licken zegen over 't voirschreven collegie uyt te „storten, opdat 'tselve eyntelicke gedye tot grootj.makingh van Synen heiligen Naem, welvaren van i.'tgemeene beste, stichtinghe ende opbouwinghe i^Zynder Kercke. Ende sal teneynde voirtz. de i'Werckclock ten voirschreven dage ongeluyl blyven, „Elck segget den anderen voort.

„By my

J. VAN HOUT."

De inwij'dingsplechtigheid verliep naar wensch; na de godsdienstoefeningen verzamelden d© autoriteiten zich op het stadhuis, en trokken van daar, vooraf gegaan door de beide pedellen, naar de Academie, alwaar eerst de secretaris van Hout en daarna de regent oen toespraak liielden, die met een gebed besloten werd; vervolgens begaf men zich in optocht naar het Collegie, waar de regent in handen van curatoren den eed aflegde: „het ambt len de last hem opgelegd getrouwelijk te dragen, de regelen en wetten van het Collegie te onderhouden, en de jeugd onder de gehoorzaamheid harer wettige overigheid optetrekken in de religie, die nu ter tyd in den lande openbaarlyck geleerd en in de belydenis, catechismus en de verklaringen der Nedcrlandsche Christelyke Gereform©©rde Kercke vervat werd", en alwaar deze dag „op de wijze der voorouderen" besloten werd door „een vroolijken maaltijd", waaraan ook de reeds aangekomen bursalen aanzaten.

Werd bij d© oprichting het aantal bursal©n bepaald op 31, dit aantal is in 1641 door d© Staten nader vastgesteld op 40. Voor de toekenning van de beurzen werden aangewezen de leden van den Staat, als volgt: Die Ridderschap len Edelen zes; de Heer van Warmond twee; de steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam, Gouda, Rotterdam en GorincJiem, iedter insg©lijks twee; en de steden Schiedam, Schoonhoven, Briel, Alkmaai', Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monnikendam, Medemblik, Purmerend, , Den Haag, Oudewatei-, Heusden, Naarden, Woerden en Geertruidenberg, ieder één bursaal.

Om als bursaal t, e worden opgenomen moest men tenminste 14 jaren oud zijn, en zóó ervaren in het Latijn, dat men de hoogleeraren kon verstaan, en zich in die taal — want geen andere werd in het Collegium gesproken — kon uitdrukken. Later werd bij d© opname ook eenig© k©nnis van h^et Grieksch gevorderd. Verder moest de candidaat „niet merkelijk mismaakt van aangezicht,

spraak of leden" zijn. Vóór d© opname, waarvoor de Staten toestemming moesten verleenen, moest d© gewone eed als lidmaat der Universiteit worden afgelegd, en bovendien de belofte: „dat hij man geworden en tot bekwamen ouderdom gekomen zijnde, zich vóór alles, 't zij in kerkelijke zaken, of de scholen en d© regeering van die, zou laten gebruiken, ten dienste van den lande van Holland en Wcstfriesland, en zich zulks tot geenen tijd aan iemands dienst te verbinden, dan met zoodanige oonditi© en besprek".

De beurs werd voor zes jaren verleend. De bursaal genoot van de Staten: kosteloos huisvesting, , voeding, bewassching, bij acute ziekten verpleging, onderwijs en f20 per jaar voor boeken. Kon de alumnus de overblijvend© kosten niet betalen, dan voorzagen daarin ook wel de Staten, steden of maecenaten. Geboren Hollanders hadden voor opname de voorkeur.

Het ontbijt werd gebruikt ten zeven urOj het middagmaal ten elf ure en d© avondmaaltijd ten zes ure; bij alle maaltijden had de regent de leiding.

D|e bursalen bezochten de collegiën der hoogleeraren aan de Universiteit, maar ontvingen ook onderwijs van den regent, den sub-regent en — als die daartoe de bekwaamheid bezat — van den schaftmeester. Ze mochten gedurende de vacanüên desverkiezende in het Collegium blijven ©n hunne studie onder leiding van den regent voortzetten.

Langzamerhand' steeg het aantal bursalen ver boven de 40, daar op den duur elk, di© zulks verkoos, zijn pupillen in het Collegium kon bestedten, als er plaats was, tegen betahng der kosten, mits op den gewonen eed en onderwerping aan de ordonnantiën; ook door particulieren werden er beurzen gesticht, waarvan zij zelve, doch met consent der Staten, de collatie hielden.

J. DE LANGE.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1937

De Reformatie | 8 Pagina's