GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En op den laatsten dag, zijnde de groote dag •van het feest, stond Jezus, en riep, zeggende: „Zoo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke." Joh. 7:37.

De crisis voor den priester naar de ordening van AËron.

Voor Israël was het Loofhuttenfeest een vreugdéfeest. Zij gingen dan in tot de „vreugde huns Heeren". Alles wat Israël ontvangen had aan levensrijkdom en levensweelde in het land der belofte, dat had de Heere hun gesdhonken. Het waren Z ij n verbondsgaven. Het was de levensglorie, die Hij Zijn volk bereid had. De Heere had hun daartoe uit de woestijn — waar alle leven versterft — gebracht naar dit land waar allerwege het leven opbloeide, omdat Hij! hier d© levensbronnen geopend had. Dat maakte het Loofhuttenfeest zoo rijk van inhoud, dat God hier de G o d s r i v i e r deed stroomen. Uit deze levenwekkende krachten hadden mensdli en beest het leven ontvangen. Uit deze levensbron had Israël zijn levensglorie gekregen.

En elke bron heeft een plaats, waar zij; haar oorsprong neemt. Waar was nu de plek, waar voor Israël de levensbron begon, waar de Godsrivier haar aanvang nam? Die plaats was de tempel. De tempel te Jeruzalem, waar de troon des Heeren was, daar was ook de plaats, waar Israels levensbronnen lagen, van waaruit de levenwekkende wateren uitstroomden over Kanaan, zoodat het leven overal zijn glans verkreeg. Niet in dezen zin, zooals de Joden het zeiden in Jezus' dagen, dat hier in den tempel de wateren van den overvloed in den schoot der aarde ui beweging gezet werden en Kanaan met hun vruchtbaar vocht besproeiden. Maar La dezen zin, dat hier in den tempel verzoening was. En waar verzoening is, daar worden de levensbronnen weer geopend, en verkrijgt het leven weer den glans van het paradijs. Er was verzoening in den tempel, daarom begon ook hier Israels levensbron te vloeien.

En dat werd op het Loofhuttenfeest ook plechtig herdacht. Eiken dag van dit feest haalde een priester, onder begeleiding van tempelmuziek en omstuwd van een feesthoudende menigte, in een gouden kruik water uit de Siloahron, gelegen aan den voet van den tempelberg. Daarna werd dit water in plechtigen optocht den tempelvoor'hof binnengedragen, waar een andere priester dit water, vermengd met den wijn van bet drankoffer, in een bekken uitgoot aan de zijde van het brandofferaltaar. De feestgangers zongen dan: „gijlieden zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils", Jes. 12:3. Met deze feestelijke plechtigheid beleed Israël dus, dat hier in den tempel zijn levensbronnen lagen, en dat van hier uit de levenwekkende wateren bewogen werden, waardoor Kanaan het land der belofte werd. Het was de genade des Heeren, die de bronnen opende.

Hier in den tempel was dus Israels levensbron. Zij was er vanwege de verzoening. En deze verzoening was er door den priesterlijken dienst van Aarons priesterschap. Zoo kon derhalve de priester naar de ordening van Aaron zeggen: „Kom hier, o Israël, want hier in den tempel is uw levensbron. Zoo iemand dorst heeft, die kome tot ons, want wij mogen die levensbron openen. W ij hebben het water des levens. En dat was ook zoo, zoolang zij hun priesterlijken dienst verstonden. Zij maakten den vrede met God door het bloed der verzoening. En uit dezen vrede mot God stroomde de Godsrivier van uit Gods troon en mocht Israël iagaan tot de vreugde zijns Heeren. Dat alles was de glorie van het Oude Verbond.

Maar in Johannes 7 verschijnt Jezus op het Loofhuttenfeest. En op den laatsten dag, als de feestweugde haar hoogtepunt bereiken gaat, staat Jezus op het tempelplein. Hij' zit niet om te leeren. Hij staat om te profeteeren. Hij ziet dezen dag als een keerpunt in de heilsgeschiedenis. Hij opent de levensbronnen van bet Nieuwe Verbond. Hij heeft het water des levens, waaruit de mensch zich het eeuwige leven drinkt, en waai-door hij komt tot de eeuwige vreugde. Hij verA'angt de glorie van het Oude Verbond door die van het Nieuwe Verbond.

De menschen komen het tempelplein op. De tempelmuziek schettert vroolijk in de lucht. Het feestrumoer is groot. Maar met een stem als van een bazuin schreeuwt Jezus nu: „Zoo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke." Hij roept zoo hard, dat iedereen Hem hooren kan. Hi| zegt dus tot de feesthoudende menigte: „Hierheen, gij kinderen van Abraham. Ik heb het water des levens. Ik open uw levensbronnen. Hierheen zoo gij het leven vinden wilt en de levensvreugde beërven wilt. Niet die priester beeft het water des levens, maar Ik heb het. Ik alteen." En wie dat zegt, staande in den tempel, waar God zelf Israels levensbron ontspringen doet vanwege Zijn genade. Hij is de Christus of de Antichrist. Hij is de Christus, Die de broimen van het Oude Verbond vervangt door die van het Nieuwe Verbond, zoodat Israël komt tot de vreugde van het eeuwig zalig leven, of Hij is de Antichrist, diie Israël verleidt en Israels bronnen verwoest en het volk voor eeuwig doet omkomen.

Het groote woord is dus gezegd: „Ik ben de •Messias, Die U brengt van de levensbron van het Oude Verbond tot de levenswateren van het Nieuwe Verbond^ waaruit opbloeit de glorie van het eeuwige leven. En met dit groote woord, vol van Zijn Messiaansche heerlijkheid, brengt Jezus den priester naar de ordening van Aaron in de crisis. Zij hebben zich nog nimmer officieel met Hem bemoeid. Zij hebben zich nog nimmer uitgelaten over Zijn wonderen en tee^ kenen, waarmede Hij bewees, dat Hij de levensbronnen van het Nieuwe Verbond openen mocht. Maar nu kunnen zij er niet meer onder uit!.l Nu moeten zij zeggen: „Hij is de Christus, óf de Antichrist." Nu moeten zij het volk oproepen om Hem te volgen of oproepen om Hem te kruisigen.

Israël heeft den Heiland dan ook gekruisigd onder leiding van zijn priesters char e. Zij hebben dus gezegd: „Hij is de Antichrist." Hij verwoest onze levensbronnen. Hij doet ons omkomen. Maar God heeft Hem gerechtvaardigd, want Hij heeft Christus opgewekt. Hij heeft wel waarlijk de levensbronnen geopend. En Hij doet nu die levensbronnen ontspringen 'in den geestelijken tempel, Gods koninklijk priesterdom. Van uit dit koninklijk priesterdom stroomt nu de bron waaruit de gansche wereld opbloeien zal, en het leven zijn eeuwigen luister ontvangen zal, vs 39.

Wij zien den Heiland overal getrouw werken. Hij heeft eerst gesproken in woord en teeken. Nu moet ieder zich uitspreken over Hem. De Parizeer en de Schriftgeleerde. En ook de priester naar de ordening van Aaron. En straks de gehecle wereld. Ieder moet zich uitspreken. „Hiji is de Christus óf de Antichrist". En dit is Jezus' grootheid. Hij heeft eerst gesproken. Nu moet ik spreken. Ik zal dit zeggen: „Bij- U, Heer, is de levensbron". „Gij zegent mensch en beest en doet Uw hulp nooit vrucht'loos vergen." „Hier wordt de rust geschonken; hier 't vette van Uw huis gesmaakt; een volle beek van wellust maakt hier elk in liefde dronken."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1939

De Reformatie | 8 Pagina's