UIT DE SCHRIFT

MET STEENTJES AFTELLEN.

Het halleluja over den vrede, die wedergekeerd is, mag ons niet in slaap wiegen, Het be vel is toch om wakende te zijn. En dit bevel klemt te meer, omdat wij als gemeente des Heeren wel terdege het Beest in zijn gezicht gekeken hebben in de bange oorlogsjaren. Wij weten thans meer van het Beest dan de kerk ten tijde van Nero, of ten tijde van de Pauselijke hiërarchie. En wij komen van het Beest niet af, want het is in de wereld, en aan hetzelve is macht gegeven twee en veertig maanden, dat is van Hemelvaart tot aan de Wederkomst van Christus toe.

In dezen tijd van Hemelvaart tot aan de Wederkomst hebben wij allereerst de gelukkige heerschappij van onzen Koning, Die stichten gaat de schoone gemeenschap der heiligen uit alle geslacht en volk en tong en natie. Een genieenschap van priesters en koningen, die Zijn eigendom is, en die Zijn meirkteeken draagt, en alzoo het merkteeken van den Drieëenigen God. Deze gemeenschap der heiligen heeft in Hem de belofte van, het gezegend aardrijk te erven.

In dezen tijd van Hemelvaart tot aan de Wederkomst valt nu ook de laatste strijd van den draak tegen de kerk, en wel tegen de overigen van haar zaad (12 : 17). Hij wil deze schoone gemeenschap der heiligen vernietigen, en haar erfrecht op deze wereld tot een belaching maken. En hij wil dat doen door tegenover de kerk te stichten een andere gemeenschap van menschen onder één hoofd, de Antichrist. Deze menschen-gemeenschap zal zijn merkteeken dragen, hem toebehooren met lichaam en'ziel, hem vereeren in zijn tempel, hem prijzen aan zijn tafel. Met deze menschen-gemeenschap zal hij de wereld regeeren, macht hebben over alle schatten der aarde. Er zal voor de kerk niets meer over blijven, geen water en geen brood, en geen stukske grond van het „gezegend aardrijk".

En om dit alles te bereiken, bedient de draak zich van het Beest uit de zee, en het Beest uit de aarde. Het beest uit de zee, dat is de wereldheerschappij, zooals wij die reeds gezien hebben in rijken als Egypte, Assyrië en Babel. En het Beest uit de aarde, dat is de valsche profeet, zooals wij dien bijv. hebben zien optreden in de toovenaars van Egypte. Dit Beest is reeds in de wereld. Het kwam in de wereld, toen Kaïn zijn stad bouwde antithetisch tegenover hen, die den naam des Heeren begonnen aan te roepen. Sindsdien is het Beest gegroeid en heeft de gemeente des Heeren reeds kennis gemaakt met zijn aard, met zijn wezen, met zijn getal. En Johaimes zegt, dat na de Hemelvaart zijn doodelijke wonde genezen gaat. Dit beest zal nu een keer en wel aan het einde der geschiedenis zijn vollen aard en wezen openbaren. En nu het beest reeds in de wereld is, en ons de satanische opzet geopenbaard is, nu wordt ook het bevel gegeven, om zijn getal te berekenen. Dat kan, omdat de drager van de wereldheerschappij, en van elke wereldeenheid, een mensch is. In een Farao, in een Nero, in een Hitler krijgen we te doen met het beest, en alzoo met den draak, die aan het beest zijn vermogen geeft en zijn troon.

En het woord berekenen, dat Johannes hier gebruikt, beteekent letterlijk , , met steentjes aftellen". Wij kunnen denken aan een kind, dat een hoop steentjes verzameld heeft, en dat nu steentje voor steentje van de hoop begint af te nemen en alzoo te tellen, hoeveel het er wel heeft. En dat berekenen is nu de opdracht aan de gemeente des Heeren. Het beest is in de wereld, zijn doodelijke wonde wordt genezen, en straks incorporeert zich het beest in een mensch, wiens getal is 666. En nu zegt Johannes: bereken zijn getal. Dat is: tel af van het getal 666. Zie nauwkeurig toe, wat van het beest in Uw dagen reeds openbaar wordt. Als de keizer van Rome een wereldeenheid sticht, en als wereldheerscher aangebeden wordt, en het bloed der martelaren begint te stroomen, dan kijkt gij het beest in het gelaat. Bereken zijn getal. Begin met steentjes af te nemen van de groote hoop. Zeg dus: dat èn dat èn dat behoort dus tot zijn wezen tot zijn aard. Zoo heeft de kerk onder Nero het beest in het gelaat gekeken, en is het berekeneni van zijn getal begonnen. Er kwamen steentjes — antichristelijke beginselen — voor de aandacht der kerk te liggen. Er, was een menscheneenheid, een goddelijke vereering, een merkteeken. Als onder de Pauselijke hiërarchie een wereldeenheid groeit, en de Paus zijn macht in de wereld ont­ plooit tot vernietiging der ware christgeloovigen, ook dan vertoont zich het beest .in de wereld, ziet de kerk zijn gelaat, en achter zijn troon de troon van den draak. En ook dan wordt zijn getal berekend. Er gaan weer steentjes af van de groote hoop. Het beest vertoont zich in den tempel Gods. Hij vestigt zijn troon in de valsche kerk, en de ware christgeloovigen gaan als schapen ter slachting. Antichristelijke beginselen al feller zich openbarend. Wij hebben in onze dagen een Hitler zien opkomen als een meteoor aan den hemel, in bond met een genie als Göbbels, om een wereldeenheid te stichten en een wereldrijk te bouwen, waarin de menschen hun leider toebehooren met lichaam en ziel, en zij zijn merkteeken dragen. Alle techniek, alle propaganda in dienst van het ideaal. En dat met een consequentie, welke huiveringwekkend was. Millioenen vermoord om het ideaal te bereiken: een wereldeenheid van menschen, één van gedachten, één van geest. De aard, het wezen van het beest is weer scherper aan het licht getreden. Wij hebben zijn getal moeten berekenen. Antichristelijke beginselen in een omvang en diepte, Waarbij het ons duizelt. Wie dan ook met wijsheid geteld heeft, heeft het beest in de oogen gekeken. En het was een grimmig gelaat. Want wij hebben den dood gelezen in dit gezicht, de dood aan de kerk, de gemeenschap van morgenzonen des Allerhoogsten. Er liggen heel wat steentjes voor de aandacht der kerk. Wij hebben verstand gekregen.. Onze kennis is verdiept.

En wanneer is het getal definitief berekend? Wanneer er een mensch komt die het getal 666 draagt. Dit getal is de volle ontsluiting van den aard, en het wezen van het beest. Als dit getal bereikt is, ziet de kerk het beest in het volle gezicht. En wat beteekent het getal 666? Prof. Greijdanus zegt er van in zijn commentaar: , , Zes stelt voor de volheid van het creatuurlijke leven, zonder het heilige stempel der Gode gewijde rust. Daarom stelt 666 met zijn drie zessen de volheid der gansche wereld in haar hoogste ontwikkeling', volledige samenwerking, en uiterste krachtsinspanning, voor".

Dus al wat de kerk reeds gezien heeft aan machtsontplooiing onder een scepter, aan eenheidsbeweging onder een drager van die eenheid, dat bereikt straks zijn volle maat. Dte keizer op zijn troon te Rome als God aangebeden, dat wordt straks de antichrist als god aangebeden door alle volkeren. De pauselijke hiërarchie, welke in samenwerking met keir zers en koningen, de kerk vervolgt, dat is straks de Antichrist, die in den tempel Gods zal zitten, om nu in samenwerking met de koningen der aarde de kerk te vernietigen. Een Hitler, die met behulp van alle techniek, alle 'propaganda, alle wetenschap, alle filosofie een wereldmacht opbouwt, om een menscheneenheid te stichten één van ziel, één van gedachte, dat is straks de Antichrist, die alle techniek, alle wetenschap, alle schatten der aarde aan zich trekt, om de wereld te onderwerpen aan zijn troon. Wij zijn er nog niet. Het wordt nog erger. Wij hebben het beest nog niet in het volle gezicht gekeken. Wanneer er een komt, in wien dit alles zijn creatuurlijke volheid heeft bereikt, in wien dit alles uitgegroeid is, eerst dan kan de kerk zeggen: Hij is er, o God. Het beest. Hij is er. Wij weten het heel zeker. Hij is het, die daar op den troon zit, blinkend van goud en diadeem. Kom nu, Heere Jezus, ja kom haastiglijk!

Immers, welke ontdekking doen we nu als het getal 666 berekend is? Er is nu nog maar één troon in de wereld meer — de troon van den Antichrist. Er is nu nog maar één macht in de wereld meer — de macht van den Antichrist. Er is nog maar één tempel in de wereld meer — de tempel van den Antichrist. Er is nog maar één tafel in de wereld meer — de tafel van den Antichrist. En de kerk heeft niets rneer van het gezegend aardrijk in bezit. Haar land is nu "totaal bezet land. Zelfs het brood en het water is van haar tafel weggenomen. Haar erfrecht is een bespotting, want zij gaan als schapen ter slachting. Haar merkteeken — een teeken des eeuwigen levens —• is een teeken des doods geworden.

Nu is er ook maar één troon meer, die hooger is dan die van het beest — de troon van Christus. Nu is er ook maar één zwaard meer, dat hem dooden kan —• het zwaard Zijns monds. En dan, zal Hij ook wederkomen. En Hij zal in

één seconde, tijds de macht van het beest verbreken, zijn troon omverwerpen, en zijn glans en schittering wegnemen. Hij zal dan het „bezette land" maken tot het „gezegend aardrijk". En van de wereld één tempel, waar in God wordt aangebeden als de Heere des hemels en der aarde. En van de aarde één paradijs, met in haar midden de stad Gods, de woningen Israels, En Hij zal één tafel aanrichten, de tafel der groote gemeenschap, die Hij gekocht heeft, en op wie Hij gezet heeft het merkteeken van den drieëenigen God. En het halleluja zal opgaan over Hem, wiens getal niet kan berekend worden, omdat Hij God is, te loven en te prijzen tot in eeuwigheid. En van dezen eeniggeboren Zoon des Vaders zal het loflied opgaan:

Gij zijt mijn God, U zal ik loven, Verhoogen Uwe majesteit.

Mijn God. niets gaat Uw roem te boven, U prijs ik tot in eeuwigheid.

Het is dus wel vrede geworden, maar het getal is nog niet berekend.

Waak dan, en tel af, en tel het afgetelde op, en ge krijgt inzicht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen