GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

KLARE TAAL TE PANGKAL PÏNANG VAN DEN LEIDER DER CHRISTELIJKE STAATKUNDIGE PARTIJ.

De heer Mr C. C. van Helsdingen was meer dan twintig jaar leider van de Christelijke Staatkundige Partij in Ned.-Indië en al die jaren had hij als eenige afgevaardigde van die partij zitting in den Volksraad. Het is wellicht voor velen een verrassing, te vernemen dat dezelfde predikanten en zendelingen, die nu zoo bUndeiings achter de Indische politiek van de Partij van den Arbeid aanhollen en een „eisch van recht" de wereld inslingeren, zich eertijds nagenoeg zonder uitzondering maar heel weinig om de C.S.P. en haar leider hebben bekommerd. En toch had de C.S.P. toen al zoo'n vooruitstrevend program. Maar de strijd en het streven van de eenige christehjke politieke partij gingen aan de meesten hunner onbegrepen, althans onbewogen voorbij.

Intusschen heeft de heer Van Helsdingen, hoewel weinig gesteund van die zijde, waarvan hij zeker steun had moeten hebben, zijn taak steeds met grooten ijver en nauwgezetheid vervuld. Met weinig rumoer maar met veel persoonlijke offers verrichtte hij zijn arbeid. Wie hem kenden, wisten hoe hij de zaken onder de knie had. Spreken over dingen, waarvan hij geen verstand had, dat deed hij nooit! Weinigen zullen als hij bekwaam zijn tot een oordeel over Indische kwesties. De leider van een der grootste politieke partyen in den Volksraad zeide mij eens: „Helsdingen weet de zaken als geen ander. Jammer dat men niet meer naar hem luistert".

Op de confrentie te Pangkal Pinang hebben zoowel Ds Verkuyl als de heer Van Helsdingen het woord gevoerd.

Pangkal Pinang is de conferentie der z.g. minderheden, die nu eindelijk ook eens wat mogen zeggen. Of 't baten zal? Tot nu toe heeft de Indische regeering ieder, die het niet 100 % met haar eens was, verwezen naar den hoek van de reactionairen en fantasieloozen.

Ds Verkuyl heeft natuurlijk nog eens hetzelfde gezegd, wat door zijn vrienden van de Partij van den Arbeid al duizendmaal is beweerd, maar nog nimmer bewezen, namelijk dat er in „Indonesië een enorme(!!) nationale en sociale revolutie" reeds in het begm van deze eeuw begonnen was en dat de potentieele kracht van deze beweging steeds werd onderschat.

En verder prees Wj het Van Mook-beleid.

We teekenen hierbfl aan, dat Ds Verkuyl als vertegenwoordiger van de „Politieke Studieclub" optreedt. Die politieke studieclub schijnt in een kamp ontstaan te zijn en spreekt de taal van de Partij van den Arbeid. Dat deze kersversche club een afvaardiging heeft naar de conferentie, is een van de vele wonderlijke verschijnselen, waarvan het huidige Indische beleid vol' is.

Wat de heer van Helsdingen zei, liet aan dmdelijkheid niets te wenschen over. Hij althans kent Indië en hy kent ook zijn pappenheimers. De critiek uit dezen mond verdient daarom dubbele aandacht. We ontleenen aan het Aneta-verslag het volgende:

De eerste spreker van Vrijdagmorgen (9 October) was mr C. C. van Helsdingen, afgevaardigd door de Christehjke Staatkundige partij, die zeide niet te willen nakaarten dodh blijde te zijn dat hij eindelijk in dit dictatoriaal geregeerde Isind de gelegeiüieid kreeg vrijelijk zijn meening te kunnen zeggen. Spreker waarschuwt dat hij mogelijk geen fantasie en verbeeldingskracht bezit voor het op de juiste wijze verstaan en aanvaarden van de noodige dingen, en zegt dat de persoonUjke meeningen verdwijnen in den doofput van de afhankelijke dagbladredacties, wien onder super­ visie van de R.V.D. — het zwaard van DamocleS, in den vorm van den toe te w^zen papiervoorraad, boven het hoofd hangt. Spreker oefent vervolgens critiek uit op het niet invoeren van het Kon. Besluit van 23 December 1943 betreffende de wederinstelling van een tvjdehjken Volksraad. Ook heeft spreker bezwaren tegen het Kon. Besluit van 18 Augustus 1945, waarbij de Lt, -G. G. gemachtigd wordt zich te verplaatsen zooals door de omstandigheden geboden wordt, met dien verstande dat de zetel van de regeering te Brisbane blijft. Vervolgens vraagt spreker' waarom de inhoud van de „Civil Affairs Agreement" aan de Nedefi landers ontttiouden werd. Deze Agreement regelt n.l. de beyoegdheidsverhoudingen tusschen de bezettingsautoriteiten en de Ned. Indische regeering. Indien dè inhoud hiervan bekend ware geweest, was de regeer.ng; veel critiek bespaard gebleven. Dit was de schuld i-att de Britsche regeering want na de vraag van hsï Kamerlid Joekes bleek dat de bekendmaking der inhoud afhankelijk was van de toestemming der Britsche autoriteiten. Het Agreement werd wel toegezonden aan de Kamer maar is nooit gepubliceerd. Engeland ging dus niet accoord met de bekendmaking en waS zoodoende mede oorzaak van het sterk naar het dictatoriale neigende optreden van den Lt.-G. G. Heeft deregeering de Britsche weigering om den inhoud van dit Agreement bekend te maken, zonder meer geaccepteerd? vraagt mr v. Helsdingen vervolgens.

Spreker herinnert aan de taak: „Liquidatie van den oorlog met Japan", en merkt op, , , alsof de opruiming van de republiek daar niet toe behoorde". Vervolgens wordt de houding van de Nederlandsche en Nederlandsche-Indisdhe regeering ten opzichte van de Britsche bezettingsautoriteiten becritiseerd. Men had krachtig moeten protesteeren tegen het gedrag van generaal Christison, bijvoorbeeld door een ont^ slag aanvrage van den Lt.-G. G. In dit verband memoreerde spreker Christison's uitlating: de erkenning' van de republiek was „a big mistake". Ook memoreerde spreker de nadrukkeUjke verklaring van oud-minister Logemann, dat collaborateurs als Soekamo en anderen voor de Nederlandsche regeering onaanvaardbaar waren. Uit het bezoek van het gezelschap Koets aan deze collaborateurs krijgt men echter den indruk dat de regeering thans bereid is deze personen te aanvaarden. Vervolgens constateert spreker een overaocentueering van den persoon van Sjahrir. Onbetwistbaar juist acht spreker het standpunt van dei: oud-G. G. jhr. Tjarda, dat eerst orde en rust hersteld dienden te worden alvorens te gaan praten.

Op de Malino-conferentie bleek de abnormaliteii; van de bestaande verhoudingen, want in normale omstandigheden zou de regeering enkele afgevaardigden zeker niet (hebben willen aanvaarden op grond van huri verleden.

Na het optreden van de Nederlandsche en Ned. Indische troepen onder de bekwame leiding van generaal Spoor geprezen te hebben, zette spreker het standpunt van de C.S.P. t.a.v. de toekomst uiteen.

„Malino wordt door de C.S.P. algemeen aanvaard en niet eerst thans maar reeds sedert 1939, toen de gehjkwaardigheid van Ned. Indië als een nevengeschikt doel van het imperium naast Nederland, Curacao en Suriname en een federatieve opbodw voor Indonesië, in het programma van de C.S.P. werd opgenomen; terwijl reeds voor den drang van de oorlofiS' omstandigheden de constructie van den Bondsstaat met daaronder kradhtige autonome regionen, met verwerping van een eenig en ondeelbare staat, werd bepleit".

Spreker wil in geen geval terug naar de koloniale verhouding, welke in 1922 reeds in beginsel verworpen werd.

Als Ds Verkuyl nu maar niet meent, dat h\j repi\-< sentatief is voor het christelijke politieke standpu X in Indië, maar deze eer aan den heer Van Helsdingen

laat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 november 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 november 1946

De Reformatie | 8 Pagina's