GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Is Europeesche Federatievormmg raadzaam?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is Europeesche Federatievormmg raadzaam?

De gevolgen van het farmeele prijsgeven van de anafhankelijkheid van nederland

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er op gewezen Is, dat de vrede van Westfalen een reeks kerkelijke tegenstellingen sanctionneerde, die het heele leven van de geloovigen aangrepen.

(XV, slot)

DE LIBERTrNISTISCHE REVOLUTIE (vervolg).

Men kan opmerken, dat de vredesluiters in het geheel geen standpunt innamen en alleen maar de bestaande situatie in de verschillende landen accepteerden. Maar daarin ligt juist de practische fout van het vredesverdrag. Men had wel een standpunt moeten innemen. In Munster en Osnabrück kwamen voor het eerst na de hervorming de afgevaardigden vanbijna de geheele continentale christenheid bijeen. Wat zou meri nu zeggen van de zijde der overwinnaars? Hun woord zou van belang zijn geweest voor geheel Europa. Daarom had er bij de vredessluiting vanuit Westfalen een duidelijk getuigenis door Europa moeten klinken, waarin b.v. verklaard werd, dat Europa na den zegen der hervorming was getroffen door het reactionnaire geweld van de contra-reformatie, dat de macht der christelijke overheden niet voldoende was om dit geweld uit geheel Europa te keeren, en dat deze strijd voor het hart der Europeesche volkeren met geestelijke middelen zou worden voortgezet, omdat het de strijd was voor de wettige voortzetting van de Kerk Gods. Dan had men geweten hoe de hervormers meenden dat het Corpus Christianum er in Europa voorstond, en dat het gereformeerde christelijke volkenrecht in Europa slechts daarop gericht kon zijn, dat overal in Europa de Kerk, die het geestelijke reservoir van een staat vormde, werd gezuiverd volgens de regels van het Woord Gods.

Dan had men ook aan paus Innocentius X, die in zijn bul Zelo domus Dei plechtig protesteerde tegen de internationale gelijkstelling der religies, die in Westfalen werd gerechtvaardigd, het antwoord gegeven waar hij recht op had.

Men zei echter niets van dien aard. De pauselijke bul werd eenvoudig als ongeldig van de hand gewezen en ook het representatieve Nederlandsche gouvernement nam bij den vrede genoegen met de erkenning van de Vereenigde Provinciën als vrije en souvereine staten, zonder zich over het lot van de religie in Europa veel te bekommeren. Men zocht de betrekkingen tusschen de staten zoo te regelen, dat ieder hier zijn voordeel in vond. Veel meer dan het recht van de wildernis bleef er tusschen de verschillende staten niet bestaan, en vorsten als Lodewijk XTV en Frederik de Groote hebben hier ruimschoots gebruik van gemaakt.

dj^-Hier werkte dezelfde individualistische en libertinistische, anti-confessioneele geest door, als die van den auteur uit de Hollandsehe regentenpartij, Pieter de la Court, die in 1662 schreef, dat het voor de Republiek „kennelijk 't best ware' de geheeie wei'oid te laten tollen, en zich met niemand als zijn eigen te bemoeien."

Deze vrede schiep daarom geen hervormd Europa en ook geen Europa van Christenen, die een ernstig geschil met elkaar hadden, dat zij met liefde en geduld wilden onderzoeken. Daarentegen ontstond er een libertinistisch Europa, gevolg van de miskenning van de beteekenis van de belijdenis — en zelfs van de strijdende belijdenissen — voor het Europeesche volkenrecht.

Het individueele machtsbelang van lederen staat werd, ondanks Hugo de Groot's publicaties over het volkenrecht, in de practijk het richtsnoer van de buitenlandsche politiek. Het woord „Europa" had slechts beteekenis om het totaal aan te geven van een evenwicht van de machten der afzonderlijke Europeesche staten. De groote omwentelingen rond de Fransche 'revolutie brachten hierin geen verandering, maar juist een verslechtering. In plaats van het individueele machtsbelang van vorsten en regenten gaf nu het z.g. nationaliteitenbeginsel den toon aan. Dit nationaliteitenbeginsel beoogde de individueele machtsvolkomenheid van de z.g. naties. Het recht van non-interventie werd in scherpen vorm verkondigd: Wat een natie binnen haar eigen grenzen doet, gaat niemand aan"^). Het staten-individualisme kreeg hierdoor nieuwe impulsen. Met recht schreef von Gerlach, dat door het recht van non-interventie de broedemamen, waarmee de christelijke koningen elkaar als zonen van den drieeenigen God begroetten, in een leeg woord 'werden veranderd.

Tot in den jongsten tijd ziet men dit nationaliteitenbeginsel nog doorwerken. Tijdens Wereldoorlog I maakten de geallieerde machten met dit beginsel propaganda voor de ontbinding van de Oostenrijk-Hongaarsche monarchie in een aantal kleine, nationale staatjes. Daarna was het de hypertrophie van dat nationalisme, die Hitler aan de macht bracht. De ontbinding van de overzeesche rijken van Engeland en Nederland, aangemoedigd door Amerika, geschiedde eveneens in den naam van het nationaliteitenbeginsel.

De opvatting, dat het confessionalisme dat nog onder de Protestanten wordt gevormd, de oorzaak is van scheuringen, keert de gebeurtenissen op hun kop. Het is de confessie, die maakt, dat de Protestanten eenzelfde taal spreken en op geestelijk gebied dezelfde organieke wetten hebben. De geestelijke eenheid van Europa staat of valt met de confessioneele eenheid.

Zelfs als er meerdere confessies zijn, is nog altijd een zekere burgerlijke eendracht mogelijk: de Christenen kunnen dan de kwesties die zij hebben, bespreken, en daarvoor de zaken van den burgerstaat in goede orde en tot eer van God blijven regelen. Maar als zij iedere confessie verkeerd achten, is dat niet meer mogeUjk en viert het religieuze individualisme hoogtij. Ook als men nog blijft zeggen, dat men wel de confessie, maar niet de H. Schrift verwerpt, is dit individualisme niet te keeren. Het vrije Schriftonderzoek zonder meer leidt tot tegenstrijdige verklaringen. De confessie is noodig omdat zij de dwalingen afwijst en de belijndheid van de H. Schrift op eenvoudige wijze in het licht stelt. Als deze confessie de toets van de H. Schrift kan door-• staan en in den zin daarvan kan worden uitgelegd, wordt het individualisme echter op voldoende wijze afgesneden, en zullen de menschen samenleven, zoowel kerkelijk als politiek, in de eenheid van den dienst aan denzelfden God en volgens den zin van denzelfden H. Geest (Rom. VU, 6).

Omdat men dit niet in het oog heeft gehouden, is Europa verscheurd. Door grenzeloos individualisme is Europa ontbonden, geestelijk, kerkelijk en politiek. Uit groote rijksgebieden, zooals dat van Karel de Groote of van de Habsburgsche keizers zijn staten en staatjes ontstaan, die slechts met elkaar spreken over hun belangen, maar die vergeten tot welke geestelijke goederen zij geroepen zijn.

Nu kan men deze zaken Amerikaans oplossen. Dat wil zeggen, dat men het individualisme op religieus gebied nog verder gaat bevorderen, ieder op zijn eigen manier zalig of ongelukkig laat worden en de eenheid tusschen de menschen zoekt door in het openbare leven de godsdienstige onverschilligheid te betrachten.

Wij verafschuwen deze methode, omdat ze het materialisme in de hand werkt, en in strijd is met de H. Schrift, die mededeelt dat Christus de Koning der koningen is, en dat alle volken en hun regeeringen aan Hem onderworpen zijn.

Wil men deze zaken echter volgens de beste Europeesche tradities oplossen, dan zal een geestelijk herstel moeten worden geboren, waardoor men den moed heeft de ernst van den toestand waarin de christenheid in Europa verkeert, opnieuw onder de oogen te zien en zoowel de confessies als het a-confessionalisme te toetsen aan de H. Schrift.

We beseffen wel, dat dit niet ineens mogelijk is. In de totaal gesaeculariseerde wereld van vandaag zal men o.i. moeten beginnen met weer te erkennen dat de „zaken van de religie" het hoogste goed zijn, niet slechts in de privaatsfeer, maar ook in het openbare leven van staat en maatschappij.

En dan nog zal men dienen te bedenken, dat men als Nederlander, als burger van een klein land, eerst in zijn eigen land gehoor voor deze zaken dient te vragen alvorens men dit tot andere landen wil doen doordringen. En dan zal men dat eigen land zooveel mogelijk moeten beschermen tegen de gesaeculariseerde invloeden van buiten, die zich tegen een christelijk réveil zullen verzetten. Dat wil zeggen, dat het richtsnoer van de Nederlandsche politiek is: handhaving van de Nederlandsche zelfstandigheid ten bate van de werking van een Christel ij k herstel, allereerst in Nederland zelf. Die politiek is, zoolang er niet elders in Europa een christelijk réveil, naar de H. Schrift, merkbaar wordt, Europeesch in den besten zin des woords.


5) D. P. D. Fabius, Volkenrecht, Amsterdam, 1907, 36.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 maart 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Is Europeesche Federatievormmg raadzaam?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 maart 1951

De Reformatie | 8 Pagina's