GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1899 - pagina 137

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1899 - pagina 137

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

135

henen en met zachten dwang overwon zij den zwakken

weerstand, maar langs haar oor suisde het en in haar ziele

weergalmde het als in een groote leegte : „Tot weerziens,

lieve !" E n zij voelde zijn hand tasten naar de hare en in

de brekende oog'cn las zij nog zijn innige liefde, maar de

zalige glimlach om den machteloozen mond was een groote

troost en gaf haar kracht, toen ze zei: „Boven, vader!"

en ze lachte door haar tranen heen hem nog tegen: want de

hope op 't zalige weerzien, daarvan waren ze beiden gewis,

en die brak nu als een heldere zonnestraal door een zwarte,

dikke regenwolk.

„Boven," wilde hij haar nazeggen ; ze zag het aan zijn

lippen, maar hij kon 't niet meer volbrengen, want zijn ziel

was reeds daar, waar 't land van ons aller heimwee, immers

't oord der hereeniging is.

Hij was in vrede ontslapen.

Inderdaad ; 't was zoo maar geen phrase op dien rouw-

brief. Ieder kon het nog zien, hoe heerlijk waar het was,

wanneer men op de droeve mare zich naar 't sterfhuis

spoedde en daar een laatsten blik begeerde op den afge-

storvene.

Als we met schuchtere, eerbiedige hand de gordijnen

van 't leger ter zijde schuiven, dan glijdt het getemperde

licht over den doode zachtkens henen. Hoe onbeschrijfelijk

kalm ligt hij daar, vindt ge het ook niet ? Op zijn bleeke

gelaat troont de vrede ; als in gebede liggen die witte

handen zoo rustig samengevouwen boven op 't laken ; men

staat hier ontroerd en bewogen, maar van huivering en

vreeze kan nu geen sprake zijn.

Zoo vredig had ook de Dood hem aangetroffen, toen deze

toetrad op de sponde ; en hij had ook een lach zien zweven

om den bleeken mond. 't Had hem niets geen moeite gekost

de brekende oogen toe te drukken. Zoo vond hij er waarlijk

niet velen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1899 - pagina 137

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Studentenalmanak | 240 Pagina's