GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1914 - pagina 203

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1914 - pagina 203

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

FARRAGO 193

doet, handelt hij weer in volkomen vrijheid. De weg der inner-

lijke noodwendigheid is tegelijk de weg der vrijheid. Want de

vrijheid van Ibsens karakters bestaat hierin, dat ze voldoen aan

de eischen van hun innerlijk, zonder door buiten hen staande

geboden of door rekening te houden met anderen gebonden te

zijn; dat ze opvolgen eigen innerlijke roeping en verlangen.

Dit fatalistisch beginsel is toch bij Ibsen nooit een wanhopig fatalisme

geworden. De wet der verandering vervult een groote rol in zijn

drama; ook bij Ibsen is vernieuwing des harten mogelijk. Doch er is

wel bij hem een constante wilsrichting, waarvan niet af te wijken

valt. Ibsen neemt geen formeele wilsvrijheid aan: het is niet

mogelijk, dat de wil op hetzelfde oogenblik óf het één, óf het

vlak tegenovergestelde kiest; doch de wilsrichting bepaalt de

wilsdaad, en zoo is de innerlijke vrijheid gehandhaafd. Vrij van

uiterlijken band wil „Die Frau vom Meere" handelen, want zoo

alleen kan ze een vrije keus doen, en kan ze zich vrijmaken van

het verleden en van „das Unheimliche", dat haar lokt, kan ze

zich vrijwillig „akklimatisieren".

Deze eisch van vrijheid, dat de wilsdaden door de wils-

richting alleen mogen bepaald worden, en niet mogen geconfor-

meerd worden aan een daarboven, daarbuiten staand gebod, laat

tegelijk het gevaar van Ibsens gedachte zien. Het is de kate-

gorische imperatief van Kant, doch zonder eenigen ethischen inhoud.

Wat de wil gebiedt is goed, want de wil is volkomen souverein;

boven hem staat geen macht van wet of gebod, waaraan het

geweten onze handelingen heeft te toetsen. En dan is het inder-

daad zoo, als Engstrand zegt: „Ja, das Gewissen, — das ist

manchmal eine eklige Geschichte." Of Hamlet:

Thus conscience does make cowards of us all.

Het robuste Vikinggeweten is Ibsens vrijheidsideaal. Deze Vikings

leefden alleen naar de inspraak van hun hart. In zijn laatste

drama's heeft Ibsen zulke menschen laten zien, zooals Hedda

Gabler in haar optreden tegenover Ejlert Lövborg, Hilde Wangel

tegenover haar bouwmeester, Erhard Borkman en Maja Rubek.

In hen zien we de gevaren van zulke een Rücksichtslosigkeit,

die ons in „Gösta Berling" nog zoo schoon geteekend is. Als

de ouden vertellen over de menschen van voorheen, dan zeggen

de jongen:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Studentenalmanak | 236 Pagina's

Studentenalmanak 1914 - pagina 203

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Studentenalmanak | 236 Pagina's