GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1923 - pagina 67

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1923 - pagina 67

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN M E M O R I A M 59

nauw doordringt de toon van dien eenen vogel, hoog in het

blauw azuur, daar waar de zomervreugde van den lentedag

o v e r ' d e landen trilt en Gods wijde wereld in stillen jubel

voor u ligt, en als de heerlijkheid van te-mogen-leven u

haast te machtig wordt. . . . aanbid,. . . . en zing. . . .". Maar

hij is niet met de zon den hemel ingestegen, want op den

eersten lentedag brak zijn lichaam. De ziel moet andere

wegen gaan dan de natuur; waar deze stijgt, moet gene

dalen of omgekeerd. En ten slotte, het schoonste uit zijn

leven, waar hij de eeuwigheidskern het sterkst in voelde,

zijn liefde, het was het laatste, dat hij voor zijn heengaan

losliet, maar lös moest laten inderdaad, omdat ook deze

hem niet vergezellen kon op zijn tocht door de eenzame

vallei der doodsschaduwen. Met stilheid denken we ons het

in, en we treden terug; waar het zwaarste offer gebracht

wordt, moet het eenzaam zijn: de offerende en zijn offe-

rande. Hier moesten twee menschen elkander offeren, enkel

omdat God het wilde. Geve God daar kracht, waar één offer

nog dagelijks moet gebracht worden.

Langs deze trappen is hij er dus niet gekomen. De treden

vielen in, waar hij op trad. Wat zou deze jongen heel anders

moeten gaan, dan hij hoopte. Hij vroeg sterven! Het is ons

zoo vreemd, dat we een jaar geleden nog samen spraken en

wandelden langs de Amsterdamsche straten; dat hij naast

me ging, hij de idealist, met zijn beweeglijke, lichtende

oogen, en zijn kort-afgebroken, zenuwachtig spreken in

teedere woorden, voorzichtig er naar tastend om zijn

diepste beseffen zoo zuiver mogelijk weer te geven. En dat

hij, met zijn levensvreugde, nu weg is, 't Was in den herfst

van het vorig jaar, een dier klare herfstdagen, dat we hem

nog ontmoetten in Apeldoorn, Op de breede Loolaan gingen

we. Doode bladeren schoven uit de boomen naar beneden,

bij hun neervallen doorlicht door een helle zon; en half voor

zichzelven prevelde hij de woorden uit een vers van Adama

van Scheltema: ,,De blaren vallen. En volgen elkaar. Zoo

zinken we allen. Hier — en daar", 't Was uit diens bundel

„De keerende kudde", waarover hij in Fraternitas zulk «en

ontroerende studie schreef, met 'n verstaan, dat alleen haast

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Studentenalmanak | 158 Pagina's

Studentenalmanak 1923 - pagina 67

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Studentenalmanak | 158 Pagina's