GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1926 - pagina 146

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1926 - pagina 146

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

134 HET TRAGISCHE

des schwächeren, nämlich des Ich oder mit dem Aufgehen

des Ich in der Welt" ').

Wel nadert Goldschmit het Godsbegrip, ofschoon hij geen

persoonlijk God erkent. Hij spreekt van ,,Gott, oder All-

macht, oder Natur" en over „Schicksal" en blijft dus steeds

tusschen determinisme en pantheïsme zweven ^).

De theïst echter ziet in al het doen der menschen, in het

heele leven in zijn dramatische opeenvolging van geboorte

tot dood, den levensgang, dien God voor hem bepaald heeft,

als een roode lijn getrokken. God heeft den ganschen kosmos

en daarin den mensch in Zijn hand. Hij bepaalt den gang der

wereld en in die wereld den levensloop van elk individu.

Oorspronkelijk scheppingsplan was, dat de mensch zich

richten zou met zijn willen, denken en handelen op dit Gods-

plan, dat de mensch mede-werker en na-denker Gods zou

zijn. Dan zou van een conflict nooit sprake geweest zijn.

Thans echter is dit conflict noodzakelijk, wijl de mensche-

lijke wil afwijkt van Gods wil. Beide wilsmachten bewegen

zich in verschillende wezenssferen. Het verschil tusschen

God en mensch is niet gradueel, maar essentieel. „God en

wereld. Schepper en schepsel zijn qualitatief en essentieel

van elkander onderscheiden"^). Wij mogen beide wils-

machten niet als ,,ebenbürtige" positieve waarden naast

elkander plaatsen in de kosmische en menschelijke wilssfeer,

wat tot pantheïsme of materialisme moet leiden. Boven de

menschelijke wilsmachten, die hier op aarde in hevige dyna-

miek op elkaar in botsen, staat Gods wil transcendent en

werkt immanent, maar is in wezen onderscheiden van den

onze, en daarom door ons niet te begrijpen en te doorgron-

den. ,,Gottes Wille ist keine bessere Fortsetzung unseres

Willens. Er steht unserem Willen gegenüber als ein gänzlich

anderer" *), Gods wil openbaart zich echter aan den mensch

in de menschelijke wilssfeer, die Hij door Zijn immanentie

1] Goldsohmit, a,w., bl, 15, 17. Vgl. voor het hedendaagsch pantheïsme

als gevolg van den Hang naar „immanentie": Eucken, a.v/., bl, 401 v.v,

2) Zie voor bet determinisme; Eucken, a,w., bl. 370 v.v.

3) Bavinck: Wijsbeg, der Op,, bl. 18.

<) Karl Barth, Wort Gottes und die Theologie, bl. 15,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Studentenalmanak | 217 Pagina's

Studentenalmanak 1926 - pagina 146

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Studentenalmanak | 217 Pagina's