Studentenalmanak 1926 - pagina 173
ZOMERLIEDJE 161
Wimpers trilden,
Oogen tilden
Schat van liefde, uit ziel in ziel.
Zielsgedachten (
Wisscllachten
Tot een droom van liefde viel.
Nu is 't duister,
Maar ik fluister;
„Leun nu tegen mij, heel dicht.
't Donkert, 't donkert.
Doch hel flonkert
Uit mijn oogen liefdes licht.
Jouw naam noemen
Mij de bloemen.
Fluisterend haar harten uit,
Nu slaaps vingren
Zacht zich slingren
Om der kelken bleeke buit.
'k 'Heb gezongen
Als een jongen,
Die luid door de landen fluit.
Want jouw droomer
Voelt hoe 'n Zomer
Lacht jouw warme oogen uit!"
K. J. V. i).
11
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926
Studentenalmanak | 217 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926
Studentenalmanak | 217 Pagina's