Studentenalmanak 1934 - pagina 151
AUGUSTINUS' STUDENTENTIJD 139
haar vermogen een Christelijke opvoeding gegeven. Maar
zij zelf had den dienst der wereld nog niet geheel vaarwel
gezegd 1), peilde den zin van het Christendom slechts on-
volkomen, hing nog aan uiterlijkheden in de betooning van
haar vroomheid 2) — onzalig overblijfsel van het heidensche
religieus formalisme. Zij had haar zoon reeds vroeg de
teekenen van kruis en zout doen toedienen, maar toen hij
bij ziekte in kinderlijken angst en bijgeloovigheid wilde
gedoopt worden, had zij den doop uitgesteld; immers ze
zag, dat hij zou herstellen en wéér zou zondigen; later zou
de doop — zoo meende zij — profijtelijker zijn, want méér
zonden kon hij ongedaan maken. Den Bijbel kende onze
noviet niet dan zeer oppervlakkig uit wat hij in de kerk •—
als hij luisterde tenminste — had hooren voorlezen. Maar
twee parelen behoorden tot den schat van zijn religieus
bezit: hij geloofde in God en hij was overtuigd, dat geen
ware religie daar kon zijn, waar de naam van Christus
niet was, '^] Zijn Godsbegrip was echter vaag, en de on-
misbaarheid van den naam van Christus lag wel diep in
zijn hart verborgen, maar was geen levende werkelijkheid
voor hem. Zoo ging hij zijn studententijd tegen, dorstend
naar kennis, gaarne zich wijdend aan de studie der let-
teren"*), hopend, dat zijn verstand zou leeren aanvaarden
het geloof der kerk, dat hem nu nog vreemd was, maar
waarvan van kindsbeen af het ware zaad (verissima
semina) in zijn hart gestrooid was ^]; maar overigens met
onuitblusschelijken lust tot wereldsche genietingen en een
hang naar theatervoorstellingen, meer omdat ze de zinnen
streelden, dan omdat ze het literair en aesthetisch gevoel
ontwikkelden. Menschelijke wijsheid zou op redelijke gron-
den hebben kunnen betoogen, dat deze knaap zijn verderf
te gemoet ging. Goddelijke wijsheid echter wist, dat in
Thagaste een eenvoudige, onontwikkelde vrouw volhardde
in het gebed voor haar zoon.
Zoo komt hij te Carthago, het centrum der cultuur, de
1) Vgl. Conf. II, 3, 2), Vgl. Conf. VI, 3. ^} Conf. III, 4; *) cp.
XCIII, 51. 5), de duab. anim, 1,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934
Studentenalmanak | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934
Studentenalmanak | 226 Pagina's