Studentenalmanak 1955 - pagina 193

Als derde adviescollege was mij behulpzaam de studiecommissie voor

het Corps, op verzoek van de Senaat geformeerd door een aantal

prominente reünisten. Bespreking van velerlei vragen in deze kring

was vruchtbaar en verhelderend; mijns inziens zou het aanbeveling

verdienen over te gaan tot de officiële instelling van een Raad van

Advies, welke de Senaat in algemene zaken terzijde staat.

Het belangrijkste vraagstuk, dit jaar aanhangig, was ongetwijfeld de

reorganisatie van het novitiaat. O p 11 December werd door de Senaat

een uitgewerkt voorstel ingediend dat beoogde het novitiaat zijn

oorspronkelijk karakter te hergeven en uitwassen krachtig tegen te

gaan. Aangezien deze voorstellen een principiële wijziging betekenden

voor de introitus in het studentenleven, was het evident dat het

Alleluia der Corpsvergadering niet zonder meer te verwachten was.

Na langdurige en vaak heftige discussie werd bij Corpsbesluit het

lichamelijk groenen in de traditionele vorm verboden, paal en perk

gssteld aan onwaardige uitlatingen, een nieuwe klachtenregeling

ontworpen en het ontgroenen in Corpsverband uitgebreid. Voor het

eerst werd een novitiaats-commissie ingesteld welke ter assistentie

van de Senaat zou optreden, terwijl een officiële fleurtijd en een

regeling van het zgn. „intern nihilisme" ingevoerd werden.

Het was duidelijk dat het in dit complex van maatregelen niet zozeer

om de letter dan wel om de geest ging. De historie van het jongste

verleden leerde duidelijk niet slechts een toename van excessen en

klachten, maar ook een onverkwikkelijke vermenging van groepsbelang

en gebrek aan zelfdiscipline. In het eigenbelang van het Corps diende

niet alleen een organisatorische, maar ook een mentale verandering

plaats te vinden waa'-door het novitiaat een redelijke en aan zijn

doel beantwoordende instelling zou zijn.

Hoewel het laatste woord in deze materie nog niet geklonken heeft,

mag aangenomen worden dat de beoogde verbetering ook de facto

zijn beslag heeft gekregen en een redelijke modus vivendi gevonden is.

Een andere zaak van belang was het geldelijk beheer. Zo er in vooraf-

gaande jaren al van enige adequaat beheer sprake geweest mocht zijn,

had zich dat nauwelijks gemanifesteerd in administratie en verant-

woording. De fiscus, in samenwerking met de Rekencommissie,

hervormde drastisch de gehele financiële administratie en reinigde

zodoende een Augiasstal. Door enige juridische pressie op de contri-

butieheffing werd een gunstig resultaat geboekt. Daarnaast werden

activa en passiva tot ware grootte herleid en uitgaven, met name van

Commissies, streng gecontroleerd. Oude schulden werden afgelost,

waarbij de fa. Bakker geld won doch het Corpswapen verloor. Het

173

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen